Categorie: A namen

  • Athlai

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Door God verwijderd – door God ontdaan – Gekweld door God

    Een van de zonen van Bebai die, onder druk van Ezra, van zijn buitenlandse vrouw scheidde.

    Bijbelverzen:

    (Ezra 10:28) En van de kinderen van Bebai: Jóhanan, Hanánja, Sabbai, en Athlai.

  • Athéne

    Plaatsnaam

    Betekenis: ≈ Moeder Ana – onzekerheid

    De hoofdstad van Griekenland wordt genoemd als één van de ‘preek’-plaatsen van de apostel Paulus (Handelingen 17:16-34). De stad was vol afgodsbeelden en altaren, maar was ook bekend als een centrum van filosofie en kunst. Anders dan in Thessalonica of Korinthe had het werk van de apostel hier weinig succes (Handelingen 17:34).

    Bijbelverzen:

    (Handelingen 17:15) En die Paulus geleidden, brachten hem tot Athéne toe; en als zij bevel gekregen hadden aan Silas en Timótheüs, dat zij op het spoedigste tot hem zouden komen, vertrokken zij.

    (Handelingen 17:16) En terwijl Paulus hen te Athéne verwachtte, werd zijn geest in hem ontstoken, ziende, dat de stad zo zeer afgodisch was.

    (Handelingen 17:21) (Die van Athéne nu allen, en de vreemdelingen, die zich daar onthielden, besteedden hun tijd tot niets anders dan om wat nieuws te zeggen en te horen.)

    (Handelingen 17:22) En Paulus, staande in het midden van de plaats, genaamd Areópagus, zeide: Gij mannen van Athéne! ik bemerke, dat gij alleszins gelijk als godsdienstiger zijt.

    (Handelingen 18:1) En na dezen scheidde Paulus van Athéne en kwam te Korinthe;

    (1 Thessalonicenzen 3:1) Daarom, deze begeerte niet langer kunnende verdragen, hebben wij gaarne willen te Athéne alleen gelaten worden;

  • Ater

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Gesloten – verlamde

    1. Een afstammeling van Hizkía, wiens familie met 98 personen, terugkeerde uit Babylon onder leiding van Zerubbabel.
    2. Het hoofd van een familie van Levitische poortwachters, die terugkeerde uit Babylon.
    3. Een van de belangrijkste Israëlieten die het heilige verbond met Nehemia ondertekende (Neh_10: 17).

    Bijbelverzen:

    (Ezra 2:16) De kinderen van Ater, van Hizkía, acht en negentig.

    (Ezra 2:42) De kinderen der poortiers. De kinderen van Sallum, de kinderen van Ater, de kinderen van Talmon, de kinderen van Akkub, de kinderen van Hatíta, de kinderen van Sobai; deze allen waren honderd negen en dertig.

    (Nehémia 7:21) De kinderen van Ater, van Hizkía, acht en negentig;

    (Nehémia 7:45) De poortiers: de kinderen van Sallum, de kinderen van Ater, de kinderen van Talmon, de kinderen van Akkub, de kinderen van Hatíta, de kinderen van Sobai, honderd acht en dertig;

    (Nehémia 10:17) Ater, Hizkía, Azzur,

  • Atarôth

    Plaatsnaam

    Betekenis: Kronen – diademen

    1. Een stad in het land Jáëzer en Gílead, ingenomen en “gebouwd” door Gad
    2. Een plaats op de grens van Efraïm en Manasse.

    Bijbelverzen:

    (Numeri 32:3) Atarôth, en Dibon, en Jáëzer, en Nimra, en Hesbon, en Eleále, en Schebam, en Nebo, en Behon;

    (Numeri 32:34) En de kinderen van Gad bouwden Dibon, en Atarôth, en Aroër,

    (Jozua 16:2) En het komt van Beth-El uit naar Luz; en het gaat door tot de landpale des Archiets, tot Atarôth toe;

    (Jozua 16:7) En komt af van Janóah naar Atarôth en Náharôth, en stoot aan Jericho, en gaat uit aan de Jordaan.

  • Atára

    Eigennaam ♀

    Betekenis: Kroon – diadeem

    Bijbelverzen:

    (1 Kronieken 2:26) Jeráhmeël had nog een andere vrouw, welker naam was Atára; zij was de moeder van Onam.

  • Athálja

    Eigennaam ♂

    Betekenis: ≈ Gekweld door de Heer – getart

    1. Een zoon van Jeróham uit de stam Benjamin
    2. De vader van een familiehoofd (Jesája) van teruggekeerde ballingen.

    Bijbelverzen:

    (1 Kronieken 8:26) En Sámserai, en Seharja, en Athálja,

    (Ezra 8:7) En van de kinderen van Elam, Jesája, de zoon van Athálja; en met hem zeventig manspersonen.

  • Athália

    Eigennaam ♀

    Betekenis: ≈ Gekweld door de Heer – Getart

    De dochter van Achab en Izebel, en de vrouw van Joram, koning van Juda. Bij de dood van haar man en van haar zoon Ahazia besloot ze op de vacante troon te gaan zitten. Na een regering van zes jaar werd ze tijdens een opstand ter dood gebracht.

    Bijbelverzen:

    2 Koningen 8:26 – 2 Koningen 11:1 – 2 Koningen 11:2 – 2 Koningen 11:3 – 2 Koningen 11:13 – 2 Koningen 11:14 – 2 Koningen 11:20 – 2 Kronieken 22:2 – 2 Kronieken 22:10 – 2 Kronieken 22:11 – 2 Kronieken 22:12 – 2 Kronieken 23:12 – 2 Kronieken 23:13 – 2 Kronieken 23:21 – 2 Kronieken 24:7 –

  • Athája

    Eigennaam ♂

    Betekenis: De Heer heeft geholpen

    Hij wordt aangeduid als een afstammeling van Juda en de zoon van Uzzia. Na de terugkeer uit Babylon woonde hij in Jeruzalem.

    Bijbelverzen:

    (Nehémia 11:4) Te Jeruzalem dan woonden sommigen van de kinderen van Juda, en van de kinderen van Benjamin. Van de kinderen van Juda: Athája, de zoon van Uzzia, den zoon van Zachárja, den zoon van Amárja, den zoon van Sefátja, den zoon van Mahaláleël, van de kinderen van Perez;

  • Atach

    Plaatsnaam

    Betekenis: Herberg – verblijfplaats

    Een van de steden van Juda waarnaar David vanuit Ziklag de buit van de Amalekieten zond. De precieze locatie is onbekend.

    Bijbelverzen:

    (1 Samuël 30:30) En tot die te Horma, en tot die te Chor-Asan, en tot die te Atach,

  • Asynkritus

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Niet te vergelijken – onvergelijkbaar

    De naam van een christen in Rome aan wie Paulus een begroeting zond, 55 n.Chr. De Griekse Kerk beweert dat hij een bisschop van Hyrcania was, en viert zijn naamfeest op 8 april.

    Bijbelverzen:

    (Romeinen 16:14) Groet Asynkritus, Flégon, Hermas, Pátrobas, Hermes, en de broeders, die met hen zijn.