Gramschap

Hebr. cheemah, hitte, opwinding, toom, gr. orgè toom of thumos, opwelling. Deze gramschap vinden we bij koningen (Est. 7:7; Dan. 3:19) en God 2 Kon. 22:13; Jer. 23:19; Openb. 14:10).

Grens

In de bijbel worden niet alleen de grenzen van de landen getekend (Paulus spreekt dan over de door God toegemeten tijden en grenzen van hun woonplaatsen, Hand. 17:26; vgl. Ez. 22:4), er...

Grieken

Bewoners van Hellas, Griekenland (Hand. 20:2), de rom. provincie Achaje (Rom. 15:26). Met Grieken worden in het n.t. vaak allen aangeduid die Grieks spraken en geen Joden waren (dus ± ons ‘heidenen’,...

Groeten

Hebr. sja’al le sjaloom, vragen naar iemands welzijn. Als mensen elkaar ontmoeten wensen ze elkaar vrede of heil toe en informeren ze naar eikaars welstand (Ex. 18:7; 1 Sam. 10:4; 2 Kon....