Categorie: G woorden

  • Een streek in de oostelijke egyptische Nijldelta waar de familie van Jakob een woonplaats kreeg toegewezen (Gen. 45:10).

  • Een vanaf oude tijden begerenswaardig en kostbaar edel metaal. Afkomstig uit landen als Chawila (Gen. 2:11 v), Ofir (0.-Afrika?, 1 Kon. 9:28; 22:49; Job 28:16), Saba (1 Kon. 10:2; Ps. 72:10, 15) diende het, door goudsmeden bewerkt, tot sieraad (Gen. 24:22; Jes. 40:19), munten of versiering van meubelen en gebouwen.…