Categorie: A namen

  • Asdod

    Plaatsnaam

    Betekenis: Burcht – vesting – versterkte plaats

    Een Filistijnse stad 35 km ten noordoosten van Gaza. De ark van het verbond stond, als oorlogsbuit, enige tijd in de tempel van Dagon te Asdod (1 Samuël 5:1-8). In later tijd getuigen gemengde huwelijken, waarvan Nehemia 13:23 v melding maakt (kinderen spreken Asdodisch), van contacten met Juda. De profeet Zacharia laakt de vermenging van Joden en Filistijnen in Asdod (Zacharia 9:6). Filippus bracht het evangelie komend vanuit Samaria, na de ontmoeting met de kamerling uit het Morenland, ook in Asdod (Azôte) (Handelingen 8:40).

    Bijbelverzen:

    (Jozua 11:22), (Jozua 15:46), (Jozua 15:47), (1 Samuël 5:1), (1 Samuël 5:3), (1 Samuël 5:5), (1 Samuël 5:6), (1 Samuël 5:7), (1 Samuël 6:17), (2 Kronieken 26:6), (Jesaja 20:1), (Jeremía 25:20), (Amos 1:8), (Amos 3:9), (Zefánja 2:4), (Zacharia 9:6), (Handelingen 8:40)

  • Aser

    Eigennaam ♂ & Stamnaam

    Betekenis: Blijdschap – gelukkig – gezegend

    Zoon van Jakob, zijn moeder was Zilpah, Leah’s dienstmeisje. Aser is de naam van een stam in het noorden van Israël, in Galilea (Jozua 19:24-31), een vruchtbaar gebied (Genesis 49:20; Deuteronomium 33:24). De profetes Anna, (Hanna), behoorde tot deze stam (Lukas 2:36).

    Bijbelverzen:

    (Genesis 30:13), (Genesis 35:26), (Genesis 46:17), (Genesis 49:20), (Éxodus 1:4), (Numeri 1:13), (Numeri 1:40), (Numeri 1:41), (Numeri 2:27), (Numeri 7:72), (Numeri 10:26), (Numeri 13:13), (Numeri 26:44), (Numeri 26:46), (Numeri 26:47), (Numeri 34:27), (Deuteronomium 27:13), (Deuteronomium 33:24), (Jozua 17:7), (Jozua 17:10), (Jozua 17:11), (Jozua 19:24), (Jozua 19:31), (Jozua 19:34), (Jozua 21:6), (Jozua 21:30), (Richteren 1:31), (Richteren 5:17), (Richteren 6:35), (Richteren 7:23), (1 Koningen 4:16), (1 Kronieken 2:2), (1 Kronieken 6:62), (1 Kronieken 6:74), (1 Kronieken 7:30), (1 Kronieken 7:40), (1 Kronieken 12:36), (2 Kronieken 30:11), (Ezechiël 48:2), (Ezechiël 48:3), (Ezechiël 48:34), (Lukas 2:36), (Openbaring 7:6)

  • Askelon

    Plaatsnaam

    Betekenis: Migratie – gewicht – balans

    Een Filistijnse stad even ten noorden van Gaza, waarop tevergeefs door Israël aanspraak werd gemaakt. Profeten wijdden herhaaldelijk oordeelsspreuken aan Askelon. De geboorteplaats van Herodes de Grote was een zeer oude stad, die tijdperken van grote bloei heeft gekend tot in de kruisvaardersperiode toe (± 1200 n. Chr.).

    Bijbelverzen:

    (Richteren 1:18), (1 Samuël 6:17), (2 Samuël 1:20), (Jeremía 25:20), (Jeremía 47:5), (Jeremía 47:7), (Amos 1:8), (Zefánja 2:4), (Zefánja 2:7), (Zacharia 9:5)

  • Askenaz

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Verspreid vuur

    Volgens Genesis 10:2 een kleinzoon van Jafet. De Duitse en Oost-Europese Joden werden naar deze achterkleinzoon van Noach Asjkenazim genoemd.

    Bijbelverzen:

    (Genesis 10:3) En de zonen van Gomer zijn: Askenaz, en Rifath, en Togárma.

    (1 Kronieken 1:6) En de kinderen van Gomer waren Askenaz, en Difath, en Thogárma.

    (Jeremía 51:27) Verheft de banier in het land, blaast de bazuin onder de heidenen, heiligt de heidenen tegen haar, roept tegen haar bijeen de koninkrijken van Ararat, Minni en Askenaz; bestelt een krijgsoverste tegen haar, brengt paarden opwaarts, als ruige kevers!

  • Assur

    Eigennaam ♂ – Naam van plaats en streek

    Betekenis: Voorspoed – gelukkige – een stap

    Een stad in Mesopotamië aan de rivier de Tigris die zijn naam aan het land Assyrië gaf. Assyrië was in de eeuwen vóór de Babylonische machtsuitbreiding (vanaf het einde van de 7e eeuw v. Chr.) een wereldmacht.

    Bijbelverzen:

    Genesis 2:14 – Genesis 10:11 – Genesis 10:22 – Genesis 25:18 – Numeri 24:22 – Numeri 24:24 – 1 Kronieken 1:17 – Ezra 4:2 – Ezra 6:22 – Nehémia 9:32 – Psalmen 83:8 – Jesaja 7:18 – Jesaja 8:4 – Jesaja 10:24 – Jesaja 11:16 – Jesaja 14:25 – Jesaja 23:13 – Jesaja 27:13 – Jesaja 30:31 – Jesaja 31:8 – Jesaja 52:4 – Jeremía 2:18 – Jeremía 2:36 – Jeremía 50:17 – Jeremía 50:18 – Ezechiël 16:28 – Ezechiël 23:7 – Ezechiël 23:9 – Ezechiël 23:12 – Ezechiël 23:23 – Ezechiël 27:23 – Ezechiël 31:3 – Ezechiël 32:22 – Hoséa 5:13 – Hoséa 7:11 – Hoséa 8:9 – Hoséa 10:6 – Hoséa 11:5 – Hoséa 11:11 – Hoséa 12:1 – Hoséa 14:3 – Micha 5:5 – Micha 5:6 – Micha 7:12 – Nahum 3:18 – Zefánja 2:13 – Zacharia 10:11

  • Amos

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Last – beladen – die gedragen wordt

    Boerenprofeet uit Tekoa die Israël, diens nabuurlanden en Jerobeam II vermaande in Betel, Gilgal en Samaria, ± 760 v. Chr. Hij klaagt over weelde en hoogmoed, sociaal onrecht en de tempeldienst. ‘Maar laat het oordeel zich daarhenen wenden als de wateren, en de gerechtigheid als een sterke beek.’ (Amos 5:24). Zijn woorden zijn bewaard in het boek Amos, het tweede van de 12 zg. ‘kleine’ profeten.

    Bijbelverzen:

    2 Kronieken 26:22, Amos 1:1, Amos 7:8, Amos 7:10, Amos 7:11, Amos 7:12, Amos 7:14, Amos 8:2, Lukas 3:25

  • Amram

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Een verheven volk – het volk is verheven

    Vader van Mozes (Éxodus 6:17; Numeri 3:19; 26:58). Een familie-groep van Levieten, de Amramieten, stamde van hem af (Numeri 3:27).

    Bijbelverzen:

    Éxodus 6:18, Éxodus 6:20, Numeri 3:19, Numeri 26:58, Numeri 26:59, 1 Kronieken 6:2, 1 Kronieken 6:3, 1 Kronieken 6:18, 1 Kronieken 23:12, 1 Kronieken 23:13, 1 Kronieken 24:20, Ezra 10:34

  • Andréas

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Mannelijk – sterk – moedig

    Eén van de eerste discipelen van Jezus, die met zijn broer Simon Petrus uit Betsaïda afkomstig was (Johannes 1:45). Hij wordt genoemd in Markus 1:16; Markus 13:3 en Johannes 12:22.

    Bijbelverzen:

    Matthéüs 4:18, Matthéüs 10:2, Markus 1:16, Markus 1:29, Markus 3:18, Markus 13:3, Lukas 6:14, Johannes 1:40, Johannes 1:44, Johannes 6:8, Johannes 12:22, Handelingen 1:13

  • Antiochíë

    Plaatsnaam

    Betekenis: ≈ Gedreven tegen

    Stad gelegen aan de Orontes in Syrië, in het begin van onze jaartelling na Rome en Alexandrië de grootste stad ter wereld. Er leefde een grote Joodse gemeenschap, waarvan velen (daar voor het eerst ‘christenen’ genoemd) discipelen van Jezus werden (Handelingen 11:19-27). Het is de gemeente van Antiochië, die Paulus en Barnabas uitzendt op hun apostolische reizen (Handelingen 13:1 en verder). Een ander Antiochië, in Frygië (Klein-Azië), wordt genoemd in Handelingen 13:14-50; Handelingen 14:21; Handelingen 18:22.

    Bijbelverzen:

    Handelingen 6:5, Handelingen 11:19, Handelingen 11:20, Handelingen 11:22, Handelingen 11:26, Handelingen 11:27, Handelingen 13:1, Handelingen 13:14, Handelingen 14:19, Handelingen 14:21, Handelingen 14:26, Handelingen 15:22, Handelingen 15:23, Handelingen 15:30, Handelingen 15:35, Handelingen 18:22, Galaten 2:11, 2 Timótheüs 3:11

  • Apollos

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Vernietiger – behorend bij Apollo

    Een joodse evangelist uit Alexandrië die nader onderricht werd in Efeze door Aquila en Priscilla (Hand. 18:24-26). In Korinte leidde zijn optreden tot het ontstaan van een Apollos-partij (1 Kor. 1:12; 3:22). Paulus noemt hem een broeder (1 Kor. 16:12; vgl. Tit. 3:13).

    Bijbelverzen:

    Handelingen 18:24, Handelingen 19:1, 1 Korinthe 1:12, 1 Korinthe 3:4, 1 Korinthe 3:5, 1 Korinthe 3:6, 1 Korinthe 3:22, 1 Korinthe 4:6, 1 Korinthe 16:12, Titus 3:13