Categorie: D namen

  • Damascus

    H1834
    דַּמֶּשֶׂק (dammeśeq)
    דּוּמֶשֶׂק (dûmeśeq)
    דַּרְמֶשֶׂק (darmeśeq)
    G1154
    Δαμασκός (Damaskos)

    Plaatsnaam

    Betekenis:
    ≈ Een zak vol bloed – de gelijkenis van branden

    Omschrijving

    Hoofdstad van het rijk der Arameeërs en later van Syrië, die al in de tijd van Abraham genoemd wordt. Er wordt verschillende malen van strijd tussen Israël en Damaskus melding gemaakt. De roeping van Paulus tot apostel van de heidenen vond plaats in Damaskus.

    Bijbelverzen

    ot1-14:15 Genesis 14:15 , ot10-8:5 2 Samuël 8:5 , ot10-8:6 2 Samuël 8:6 , ot11-11:24 1 Koningen 11:24 , ot11-15:18 1 Koningen 15:18 , ot11-19:15 1 Koningen 19:15 , ot11-20:34 1 Koningen 20:34 , ot12-5:12 2 Koningen 5:12 , ot12-8:7 2 Koningen 8:7 , ot12-8:9 2 Koningen 8:9 , ot12-14:28 2 Koningen 14:28 , ot12-16:9 2 Koningen 16:9 , ot12-16:10 2 Koningen 16:10 , ot12-16:11 2 Koningen 16:11 , ot12-16:12 2 Koningen 16:12 , ot13-18:5 1 Kronieken 18:5 , ot13-18:6 1 Kronieken 18:6 , ot14-16:2 2 Kronieken 16:2 , ot14-24:23 2 Kronieken 24:23 , ot14-28:5 2 Kronieken 28:5 , ot14-28:23 2 Kronieken 28:23 , ot22-7:4 Hooglied 7:4 , ot23-7:8 Jesaja 7:8 , ot23-8:4 Jesaja 8:4 , ot23-10:9 Jesaja 10:9 , ot23-17:1 Jesaja 17:1 , ot23-17:3 Jesaja 17:3 , ot24-49:23 Jeremía 49:23 , ot24-49:24 Jeremía 49:24 , ot24-49:27 Jeremía 49:27 , ot26-27:18 Ezechiël 27:18 , ot26-47:16 Ezechiël 47:16 , ot26-47:17 Ezechiël 47:17 , ot26-47:18 Ezechiël 47:18 , ot26-48:1 Ezechiël 48:1 , ot30-1:3 Amos 1:3 , ot30-1:5 Amos 1:5 , ot30-5:27 Amos 5:27 , ot38-9:1 Zacharia 9:1 , nt5-9:2 Handelingen 9:2 , nt5-9:3 Handelingen 9:3 , nt5-9:8 Handelingen 9:8 , nt5-9:10 Handelingen 9:10 , nt5-9:19 Handelingen 9:19 , nt5-9:22 Handelingen 9:22 , nt5-9:27 Handelingen 9:27 , nt5-22:5 Handelingen 22:5 , nt5-22:6 Handelingen 22:6 , nt5-22:10 Handelingen 22:10 , nt5-22:11 Handelingen 22:11 , nt5-26:12 Handelingen 26:12 , nt5-26:20 Handelingen 26:20 , nt8-11:32 2 Korinthe 11:32 , nt9-1:17 Galaten 1:17

  • Dámaris

    G1152 – Δάμαρις (Damaris)

    Eigennaam ♀

    Betekenis:
    Een vaars

    Omschrijving

    De naam van een vrouwelijke christen uit Athene, bekeerd door de prediking van Paulus

    Bijbelverzen

    nt5-17:34 Handelingen 17:34 ,

  • Dalmátië

    G1149 – Δαλματία (Dalmatia)

    Naam van een streek

    Betekenis:
    ≈ Bedrieglijk – priesterkleed

    Omschrijving

    Een bergachtige streek aan de oostkust van de Adriatische Zee. Paulus stuurde Titus daarheen.

    Bijbelverzen

    nt16-4:10 2 Timótheüs 4:10 ,

  • Dalmanûtha

    G1148 – Δαλμανουθά (Dalmanoutha)

    Plaatsnaam

    Betekenis:
    ≈ Het deel van de arme – een tak

    Omschrijving

    Een stad aan de westkant van het Meer van Galilea, in de buurt van Magdala.

    Bijbelverzen

    nt2-8:10 Markus 8:10 ,

  • Dalfon

    H1813 – דּלפון (dalphôn)

    Eigennaam ♂

    Betekenis:
    Sluw – snel

    Omschrijving

    De tweede zoon van Haman, ter dood gebracht door de Joden.

    Bijbelverzen

    ot17-9:7 Esther 9:7 ,

  • Dagon

    H1712 – דּגון (dâgôn)

    Naam van een afgod

    Betekenis:
    Een vis

    Omschrijving

    Een Filistijnse god. De beroemdste tempels van Dagon waren in Gaza en Asdod.

    Bijbelverzen

    ot7-16:23 Richteren 16:23 , ot9-5:2 1 Samuël 5:2 , ot9-5:3 1 Samuël 5:3 , ot9-5:4 1 Samuël 5:4 , ot9-5:5 1 Samuël 5:5 , ot9-5:7 1 Samuël 5:7 , ot13-10:10 1 Kronieken 10:10

  • Dobrath

    H1705 – דּברת (dâberath)

    Plaatsnaam

    Betekenis:
    Weiland – schaapsweide

    Omschrijving

    Een stad in het gebied van Issaschar, op de grens tussen die stam en Zebulon. De stad werd toegewezen aan de Levieten.

    Bijbelverzen

    ot6-19:12 Jozua 19:12 , ot6-21:28 Jozua 21:28 , ot13-6:72 1 Kronieken 6:72

  • Dabbáseth

    H1708 – דּבּשׁת (dabbesheth)

    Plaatsnaam

    Betekenis:
    Kamelenbult – heuvelplaats

    Omschrijving

    een plaats op de grens van de stam van Zebulon, tussen Mar-Ála en Jokneam

    Bijbelverzen

    ot6-19:11 Jozua 19:11

  • Deker

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Doodssteek – tak – dwingen – stoot

    De zoon van Dekar, was een commissaris van Salomo.

    Bijbelverzen:

    (1 Koningen 4:9) De zoon van Deker in Makaz, en in Saälbim, en Beth-Sémes, en Elon-Beth-Hánan.

  • Diána

    Eigennaam ♀

    Betekenis: een geweldige moeder – lichtgevend – volledig licht

    Zo genoemd door de Romeinen; door de Grieken Artemis genoemd, de ‘grote’ godin die onder verschillende varianten onder heidense volken werd aanbeden. Haar meest bekende tempel was die in Efeze. Het werd buiten de stadsmuren gebouwd en was een van de zeven wonderen van de oudheid.

    Bijbelverzen:

    (Handelingen 19:24) Want een, met name Demétrius, een zilversmid, die kleine zilveren tempelen van Diána maakte, bracht dien van die kunst geen klein gewin toe;

    (Handelingen 19:27) En wij zijn niet alleen in gevaar, dat dit deel in verachting kome, maar dat ook de tempel van de grote godin Diána als niets geacht zal worden, en dat ook haar majesteit zal ten ondergaan, aan welke gans Azië en de gehele wereld godsdienst bewijst.

    (Handelingen 19:28) Als zij nu dit hoorden, werden zij vol van toornigheid, en riepen, zeggende: Groot is de Diána de Éfezeren!

    (Handelingen 19:34) Maar als zij verstonden, dat hij een Jood was, werd er een stem van allen, roepende omtrent twee uren lang: Groot is de Diána der Éfezeren!

    (Handelingen 19:35) En als de stads schrijver de schare gestild had, zeide hij: Gij mannen van Éfeze! wat mens is er toch, die niet weet, dat de stad der Éfezeren de kerkbewaarster zij van de grote godin Diána, en van het beeld, dat uit den hemel gevallen is?