Aarden

Aarden wordt in de Bijbel gebruikt als aanduiding voor een vat, een kruik, een pan, een smeltkroes, potscherven, of flessen. De schat in een aarden vat uit 2 Korinthe 4:7 wil zeggen:...

Aarde

De planeet die wij bewonen. Het Hebreeuwse woord èrèts betekent: óf de gehele aarde door God geschapen en Zijn eigendom (Genesis 1:1; Psalmen 2:2; 2 Petrus 3:5; Psalmen 24:1; Matthéüs 11:25). óf...

Aardbodem

Met aardbodem wordt het in cultuur gebrachte land, de bouwgrond bedoeld (Genesis 2:5 en verder; Genesis 4:12 en verder). Het is dat deel van de aarde, onderscheiden van de woestijn, waarop de volken...

Aardbeving

Het volk Israël ervaart aardbevingen als manifestatie van de macht van de Schepper (Jesaja 29:6; Psalmen 104:5) en als een signaal van Zijn Verschijnen (Richteren 5:4; Psalmen 97:5 en verder; Psalmen 99:1...

Aanzitten

Aanzitten wordt in verschillende andere Bijbelvertalingen als ‘aanliggen’ geschreven. Of de mensen in de tijd van het Oude en Nieuwe Testament nu gewend waren om aan tafel te liggen of te zitten,...

Aanstellen

Mensen wordt een opdracht of een ambt toevertrouwd, als opzichter (Genesis 39:4; Éxodus 1:11), officier (Éxodus 18:21), rechter (Deuteronomium 16:18), priester (1 Samuël 2:35), vorst (1 Samuël 25:30; Ezechiël 34:23) of landvoogd...