Aarde


De planeet die wij bewonen.

Het Hebreeuwse woord èrèts betekent:

  • óf de gehele aarde door God geschapen en Zijn eigendom (Genesis 1:1; Psalmen 2:2; 2 Petrus 3:5; Psalmen 24:1; Matthéüs 11:25).
  • óf ook wel een bepaald land zoals Egypte (Genesis 47:13), Filistea (Zefánja 2:5) of Juda en Israël (Amos 7:12; Jeremía 2:7).

God heeft de aarde, die als een schijf rust op zuilen of bergen in het water (1 Samuël 2:8; Psalmen 24:2; Psalmen 136:6) onder de volkeren verdeeld (Deuteronomium 32:8; Handelingen 17:26). In dit oude wereldbeeld past ook het spreken over de einden, het uiterste der aarde, de verre streken vanuit Israël, het midden der aarde (Jesaja 19:24).

De aarde is in de Bijbel vaak niet alleen een aardrijkskundige aanduiding, maar ook een kwalitatieve aanduiding: dat wat veraf staat van het Koninkrijk van God, de grens ervan, het gewelddadige, chaotische, of fatale (Jesaja 8:9; Jesaja 41:9; Jeremía 6:22; Jeremía 25:32; Jeremía 50:41). De aarde is in onderscheiding van de hemel, het gebied van de mensen (Prediker 5:1). Zij is het land van zonde en vergankelijkheid gedoemd om onder te gaan.(Matthéüs 5:18; Matthéüs 24:35; 2 Petrus 3:7; Johannes 3:31; 1 Korinthe 15:47; Filippenzen 3:19 en volgende; Kolossenzen 3:2). Maar Christus, de HEER van hemel en aarde, zal een nieuwe hemel en aarde scheppen (2 Petrus 3:13; Openbaring 21:1-5, vergelijk Jesaja 65:17 en Lukas 2:14


Zoekterm

Aarde


Vertalingen

Engels:  earth

Duits:  Erde

Hebreeuws:  אֶרֶץ

Grieks:  γῆ


Betekenis

van Dale

1. de planeet die wij bewonen – synoniem: aardbol, wereld

2. aardbodem

  • op aarde zijn, verkeren – zich onder de levenden bevinden
  • over of boven aarde staan – nog onbegraven zijn
  • iemand ter aarde bestellen – zie bij bestellen
  • in de schoot der aarde – in het graf – nog in de grond bedolven, nog niet uitgegraven
  • van de aarde scheiden, weggaan – synoniem: sterven

3. de vaste grond van de aarde (in tegenst. met het water en de dampkring) – synoniem: land

4. de aardbol als woonplaats van mensen (in tegenst. met de hemel, het verblijf van hogere wezens)

  • op deze aarde – in de wereld waarin wij leven
  • hemel en aarde bewegen – zie bij hemel

5. de begane grond

  • zich ter aarde werpen
  • de ogen ter aarde slaan – neerslaan

6. (metonymisch) het gehele mensdom

7. (stofnaam) vormeloze vaste stof (m.n. een donkergekleurd mengsel van anorganische en organische stoffen) die een der bestanddelen der buitenste aardschors uitmaakt; volgens de oude opvatting een van de vier elementen

  • aarde, water, lucht en vuur
  • onder de aarde zijn, liggen – dood en begraven zijn

8. bodemlaag waarin de planten groeien – synoniem: grond

  • dat heeft veel of heel wat voeten in de aarde – zie bij voet
    • (bij iemand) in goede (verkeerde) aarde vallen (naar Marcus 4:8)
    • bij iemand (niet) in de smaak vallen, door iemand aangenomen (afgewezen) worden
  • zwarte aarde – die zeer rijk is aan humus – (in ’t bijzonder) teelaarde, potgrond

9. kleiachtige en kneedbare stof waaruit aardewerk vervaardigd wordt – synoniem: klei

  • van aarde – uit het stof der aarde gevormd – synoniem: (figuurlijk) broos, vergankelijk
  • (spreekwoord) aarde wil van aarde niet – de aardse mens is aan het aardse gehecht en doet er ongaarne afstand van

10. (chemie) ben. voor de oxiden van een aantal metalen, m.n. van aluminium, gallium en indium, die bij het betasten een aardachtige indruk geven

  • Engelse aarde – donker-asgrauwe of bruinachtige grijze delfstof, gebruikt voor het polijsten van metaal
  • Brusselse aarde – zie bij Brussels
  • blauwe aarde – door sporen van ijzeroxide blauw gekleurd ijzerfosfaat
  • rode aarde – synoniem: roodaarde
  • zeldzame aarden – de lanthanoïden en hun mineralen -synoniem: aardmetalen

11. (elektrotechniek) geleidende verbinding met de aardbodem

Strong

H776 – אֶרֶץ ‘erets eh’-rets

From an unused root probably meaning to be firm; the earth (at large, or partitively a land): –    X common, country, earth, field, ground, land, X nations, way, + wilderness, world.

G1093 – γῆ gē ghay

Contracted from a primary word; soil; by extension a region, or the solid part or the whole of the terrene globe (including the occupants in each application): – country, earth (-ly), ground, land, world.


Typologie

Geen duidelijke typologische betekenis bekend.


Bijbelverzen

Het woord komt in 919 bijbelverzen voor:

Deel dit artikel op: