Plaag

Hebr. maggeefa, néga = slag, klap, Lat. plaga (= plaag), aanduiding van de schok die melaatsheid, pestziekte of andere mortaliteit teweegbrengt. Deze rampen worden dan de ‘klap’ of de ‘plaag’ zelf. Meestal...

Planten

Zie ook: Boom en Plant Betreft in overdrachtelijke zin mensen (die herhaaldelijk met bomen worden vergeleken, Ps. 1:3; 92:14; Matt. 7:17). God plant en doet een volksgroep groeien (Ex. 15:17; Num. 24:6;...

Profeet

Hebr. nabie’ = geroepene, Gr. profètès, een naam voor zieners en waarzeggers (2 Sam. 24:11; 2 Kon. 17:13), extatici die in groepen samenleven (1 Sam. 10:5, 10; 19:20), door de Geest gedrevenen...