De hoorn van de ram (Gen. 22:11), de stier (Num. 23:22) of de bok (Dan. 8:5) is symbool van kracht (1 Sam. 2:10; Job 16:15) ook van de macht van de Messias...
Het deel van de oogst of opbrengst, dat als offer voor de tempel wordt afgezonderd, speciaal voor priesters en Levieten (Num. 18:8 vv; Ez. 20:40), maar ook gave voor de inrichting van...
Vertaling van het Hebr. gojiém, dat meestal volkeren betekent, d.w.z. de andere naties buiten Israël, die de HEER niet kennen (Deut. 7:6; Neh. 5:8; Jer. 10:25). Het Griekse woord is ethné, dat...
Hebr. jesjoeah, hulp, verlossing. Mensen kunnen ‘heil’ brengen (1 Sam. 14:45; Jes. 62:1), meestal is de uitredding het werk van God (Ex. 14:13; Ps. 118:14 v; Jes. 12:2; 45:7 etc.). Het Griekse...
Hebr. qadoosj, Gr. hagios. Alles wat sterk op God betrokken is, klaargemaakt is voor Zijn dienst en daarom onttrokken aan het gewone, profane gebruik of leven heet heilig (Ex. 29:33; Lev. 6:19...
Hebr. debier, achterzaal, het meest op de dienst van God geconcentreerde deel van tabernakel en tempel. Het allerheiligste van deze beide heiligdommen had een kubusvorm (resp. 10 en 20 el lang, breed...