Eigennaam ♂
Betekenis: Ramp – ongeluk – leed
Bijbelverzen:
(Ezra 2:59) Dezen togen ook op van Tel-Mélah, Tel-Harsa, Cherub, Addan en Immer; doch zij konden hunner vaderen huis en hun zaad niet bewijzen, of zij uit Israël waren.
Eigennaam ♂
Betekenis: Ramp – ongeluk – leed
Bijbelverzen:
(Ezra 2:59) Dezen togen ook op van Tel-Mélah, Tel-Harsa, Cherub, Addan en Immer; doch zij konden hunner vaderen huis en hun zaad niet bewijzen, of zij uit Israël waren.
Eigennaam ♂
Betekenis: ≈ Wolk van God, wonder van God
Bijbelverzen:
(Genesis 25:13) En dit zijn de namen der zonen van Ismaël, met hun namen naar hun geboorten. De eerstgeborene van Ismaël, Nabájoth; daarna Kedar, en Adbeël, en Mibsam,
(1 Kronieken 1:29) Dit zijn hun geboorten: de eerstgeborene van Ismaël was Nebájoth, en Kedar, en Adbeël, en Mibsam,
Naam van de twaalfde maand van de Joodse kalender
Jozua 15:3 , Ezra 6:15 , Esther 3:7 , Esther 3:13 , Esther 8:12 , Esther 9:1 , Esther 9:15 , Esther 9:17 , Esther 9:19 , Esther 9:21 ,
Plaatsnaam
Betekenis: Menselijk – spelonk – doorboring
Bijbelverzen:
(Jozua 19:33) En hun landpale is van Helef, van Allon tot Zaänannim, en Adámi-Nekeb, en Jábneël, tot Lakkum; en haar uitgangen zijn aan de Jordaan.
Plaatsnaam
Betekenis: Rode grond – bloedige grondKorte omschrijving
Bijbelverzen:
(Genesis 10:19), (Genesis 14:2), (Genesis 14:8), (Deuteronomium 29:23), (Jozua 19:36), (Hoséa 11:8)
Eigennaam ♂
Betekenis: ≈ Moedig – sterk – hart – arend
Bijbelverzen:
(Esther 9:8) En Porátha, en Adália, en Aridátha,
Eigennaam ♂
Betekenis: God versierde – de versierde – getuige van de God
Bijbelverzen:
(2 Koningen 22:1), (1 Kronieken 6:41), (1 Kronieken 8:21), (1 Kronieken 9:12), (2 Kronieken 23:1), (Ezra 10:29), (Ezra 10:39), (Nehémia 11:5), (Nehémia 11:12)
Plaatsnaam
Betekenis: Ornament – feest – festival
Bijbelverzen:
(Jozua 15:22) En Kina, en Dimóna, en Adáda,
Eigennaam ♀
Betekenis: Getuige – bewijs – sieraad – versiering.
Bijbelverzen:
(Genesis 4:19) (Genesis 4:20) (Genesis 4:23) (Genesis 36:2) (Genesis 36:4) (Genesis 36:10) (Genesis 36:12) (Genesis 36:16)
Plaatsnaam
Betekenis: Leugenaar – vals – bedrieglijk
Bijbelverzen:
(Jozua 15:44) En Kehíla, en Achzib, en Maréza; negen steden en haar dorpen;
(Jozua 19:29) En deze landpale wendt zich naar Rama, en tot aan de vaste stad Tyrus; dan keert deze landpale naar Hosa, en haar uitgangen zijn aan de zee, van het landsnoer strekkende naar Achzib,
(Micha 1:14) Daarom geef geschenken aan Moréscheth-Gaths; de huizen van Achzib zullen den koningen van Israël tot een leugen zijn.