Uitroepen

Het uitroepen van de naam over een stad of mensen betekent het vastleggen van iemands aanspraken daarop. Joab zegt tegen David: ‘neem de stad in, zodat niet mijn naam, maar uw naam...

Uitspansel

Hebr. raqiaa = het vastgestampte, Gr. stereoomaa, het uitgespannen tentdoek (Gen. 1:8; Ps. 19:2; 104:2), het ‘firmament’ dat zich boven de wereld welft. In het oude wereldbeeld is de hemelkoepel een soort...

Uitstrekken

Het uitstrekken van de hand is een term voor het in beweging brengen van de hand, tot handelen overgaan, hetzij met destructieve bedoelingen (Matt. 26:51), hetzij in positieve zin, om te genezen,...

Ur

Assyrisch: stad. Plaats in z. Babylonië, waar Abraham werd geboren (Gen. 11:28; 15:7; Neh. 9:7), waarin een tempel stond van de maangod Sin.