Spraakorgaan (Deut. 31:19; Job. 13:6; Ps. 12:3) en aanduiding van het spreken zelf (Ps. 40:10; 45:3; Spr. 4:24; 10:19).Een goed antwoord is als een kus op de lippen (d.w.z. voor hem die...
Gr. pseudoprophètès, de profeet die spreekt in eigen naam of in naam van een vreemde god; die zegt wat niet uitkomt; wat de mensen graag horen; vooral aan eigen gewin denkt (Deut....
We vinden in de bijbel geen definitie van leven. Er wordt evenwel suggestief over gesproken, zodat bepaalde omschrijvingen mogelijk zijn. Leven is ademen (Gen. 2:7; Deut. 20:16; Job 33:14; Jes. 57:16), eten,...
Aanhanger (van God). De derde zoon van Jakob en Lea (Gen. 29:34), stamvader van de Levieten, die dienst doen in de tempel (Num. 1:50; Hebr. 7:5, 9). Zij worden vaak onderscheiden van...
Het 3e boek van de bijbel. Hebreeuws. Wajjikra = en Hij riep (Lev. 1 :l). Grieks: Leutikon (biblion) = het Levitische boek. Het bevat vnl. bepalingen voor de priesterschap, voorschriften voor de...