Categorie: N woorden

  • Nebukadnezar

    Zie: Beeld
    Vertaling van het Babylonische Nabu-Kadurri-usad, dat is Nebo bescherm het land, zoon van Nabopolassar, koning van Babel van 604-562 v. Chr. (Jer. 21:2, 7; Ez. 26:7).

  • Nehemia

    Hebr. Nechemja = Hij heeft getroost, aanzienlijk hofbeambte van de Perzische koning, na terugkeer in het Land (445 v. Chr.), leider van de wederopbouw van Jeruzalem (Neh. 1:1 w). In 433 v. Chr. vertrok hij naar Perzië om later voor een 2e periode als stadhouder in Jeruzalem te regeren (13:6 w).

  • Naaman

    Vriendelijkheid, een Aramese generaal die op aanraden van een Israëlitische slavin door Elisa van melaatsheid wordt genezen (2 Kon. 5:1; Luc. 4:27)..

  • Nardus

    Het uit de wortelstok van de nardusplant verkregen geurige vocht hoorde bij de ingrediënten van zalf en olie, die als kostbare parfum hooggewaardeerd werd (Hoogl. 1:12; 4:13v; Joh. 12:3).

  • Naaste

    De man of de vrouw die men voorbijgaand of regelmatig door nabuurschap of in de plaatselijke gemeenschap ontmoet. Er zijn allerlei regels voor het verkeer met deze naasten, waarvan de belangrijkste is dat men zijn naaste zal liefhebben als zichzelf of, zoals ook vertaald wordt: omdat hij is zoals jij bent (Lev. 19:18; vgl. Matt. 19:19; 22:39; Rom 13:9). Vaak is een tegenstelling tussen het o.t. en het n.t. geconstrueerd als zou dit eerstgenoemde alleen de liefde tot de broeders, en niet ook die tot de vijanden zou hebben aanbevolen (vgl. Matt. 5:43 v). Deze gedachte kan zijn opgekomen doordat tora en profeten spreken over de strijd met de nationale vijanden, waarin de HEER helpt (Ex. 15:6; 23:27; Deut. 20:1; 1 Sam. 30:26). Maar in de verhouding van de mensen onder elkaar wordt de zorg ook voor de vreemdeling (de gastarbeider) en de vijand aanbevolen (Lev. 19:10, 17, 18). Bedacht moet ook worden dat liefhebben geen vurige emotie is, maar praktische solidariteit: wanneer gij een verdwaald rund van uw vijand aantreft, zult ge deze hem zeker terugbrengen (Ex. 23:4). Ook wanneer Jezus gevraagd wordt wie onze naaste is, denkt hij aan de persoonlijke relatie, al krijgt in de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan de hulp van een ‘volksvreemde’ een bijzonder accent (Li.ic. 10:30 w). De naaste is degene voor wie ik zelf de naaste ben, en die ik concreet kan helpen.

  • Nathan

    Hij heeft gegeven, naam van een profeet die koning David herhaaldelijk vermaande (2 Sam. 7; 12). Hij sprak zijn voorkeur uit voor Salomo als opvolger van David (1 Kon. 1). Volgens 1 Kron. 29:29 en 2 Kron. 9:29 was hij één van de schrijvers van het ‘journaal’ van David en Salomo.

  • Nabal

    Dwaas, een rijke veeboer die de bescherming van David weigerde en hem op een domme manier afwees (1 Sam. 25). Zijn vrouw Abigail was verstandiger door David ijlings geschenken aan te bieden.

  • Naboth

    Vooraanstaand, naam van een wijnboer in Jizreël wiens grond begeerd werd door koning Achab. Omdat hij niet wilde verkopen of ruilen werd hij na een schijnproces uit de weg geruimd (1 Kon. 21).