Aanbidden


De verering van God gebeurde door het zich voorover buigen, het zich met het gezicht op de grond neerwerpen (2 Koningen 5:18;  Psalmen 99:9; Genesis 24:26;  Openbaring 5:14). Belangrijk is de vraag waar men het aanbidden zal doen (Johannes 4:20, Johannes 4:21;  Johannes 12:20). Discipelen hebben ook Jezus aangebeden (Matthéüs 28:9, Matthéüs 28:17). Het gebod is, dat men alleen God mag aanbidden, geen duivel of afgoden Éxodus 20:4;  Daniël 3:5;  Lukas 4:8;  Openbaring 13:4-18;  Openbaring 14:9).

Zoekterm

Aanbidden, Aanbid, Aanbad, Aanbaden, Aangebeden

Synoniemen / Betekenis

van Dale:

1. als goddelijk wezen vereren, hetzij door gebeden en eerbiedige hulde, hetzij door toewijding ”God is een Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid (Johannes 4:24 )”

  • het gouden kalf aanbidden
  • zichzelf aanbidden – van zijn eigen ik een afgod maken
  • de opgaande, rijzende zon aanbidden

2. (figuurlijk) met geestdrift vereren, hartstochtelijk beminnen. Synoniem: verafgoden, adoreren

zijn aanbeden dochter

Strong:

Hebreeuws: H7812
Grieks: G4352

Verdieping / Typologie

Geen duidelijke typologische betekenis bekend.

Bijbelverzen

Aanbidden (40)

1 Samuël 1:3, Psalmen 22:27, Psalmen 22:29, Psalmen 32:6, Psalmen 95:6, Jesaja 16:12, Jesaja 27:13, Jesaja 45:20, Ezechiël 46:2, Ezechiël 46:3, Ezechiël 46:9, Daniël 3:5, Daniël 3:10, Daniël 3:18, Zefánja 2:11, Zacharia 14:17, Matthéüs 2:2, Matthéüs 4:9, Matthéüs 4:10, Lukas 4:7, Lukas 4:8, Johannes 4:20, Johannes 4:21, Johannes 4:22, Johannes 4:23, Johannes 4:24, Johannes 12:20, Handelingen 7:43, Handelingen 24:11, 1 Korinthe 14:25, Hebreeën 1:6, Openbaring 3:9, Openbaring 9:20, Openbaring 11:1, Openbaring 13:8, Openbaring 13:12, Openbaring 13:15, Openbaring 14:11, Openbaring 15:4, Openbaring 19:10

Aanbid (3)

1 Koningen 13:6, Openbaring 19:10, Openbaring 22:9

Aanbad (17)

Genesis 24:26, Genesis 24:48, Éxodus 32:11, Jozua 5:14, Richteren 7:15, Richteren 13:8, 1 Samuël 15:31, 2 Samuël 15:32, Daniël 2:46, Daniël 3:11, Matthéüs 8:2, Matthéüs 9:18, Matthéüs 15:25, Matthéüs 18:26, Markus 5:6, Johannes 9:38, Handelingen 10:25

Aanbaden (19)

Éxodus 4:31, 1 Samuël 1:19, 2 Kronieken 7:3, Nehémia 8:6, Nehémia 9:3, Daniël 3:7, Daniël 3:28, Matthéüs 14:33, Matthéüs 28:9, Markus 15:19, Lukas 24:52, Openbaring 4:10, Openbaring 5:14, Openbaring 7:11, Openbaring 11:16, Openbaring 13:4, Openbaring 16:2, Openbaring 19:4, Openbaring 19:20

Aangebeden (7)

Genesis 22:5, 1 Samuël 13:12, 1 Koningen 1:47, Matthéüs 2:11, Johannes 4:20, Hebreeën 11:21, Openbaring 20:4

Deel dit artikel op: