No-Amon

Stad van (de god) Amon, in Egypte, heette ook Thebe (nu Karnak), door Assyriërs verwoest in 663 v. Chr. (Jer. 46:25; Ez. 30:14 w; Nah. 3:8).

Noach

Gr. noo-e = rust, de rechtvaardige oud-vader, die de ark bouwde en samen met Sem, Cham en Jafet en hun vrouwen en de dieren gered werd tijdens de zondvloed (Gen. 5:29; 6:9...

Nob

Hoogte, priesterstad in Benjamin (Jes. 10:32) waar David geholpen wordt als hij moet vluchten (1 Sam. 21:4-9; vgl. Matt. 12:3 v). Het stadje wordt daarvoor door Saul meedogenloos gestraft (1 Sam. 22:6-23).

Nehemia

Hebr. Nechemja = Hij heeft getroost, aanzienlijk hofbeambte van de Perzische koning, na terugkeer in het Land (445 v. Chr.), leider van de wederopbouw van Jeruzalem (Neh. 1:1 w). In 433 v....

Nek

Als mensen hun nek ‘verharden’ tonen zij zich het tegendeel van buigzaam en volgzaam, de hardnekkigen (Neh. 9:16, 17, 29; Spr. 29:1; Jer. 17:23). Ook de uitdrukking ‘iemand de nek toekeren’ (en...

Neus

Het orgaan van de ademhaling, die van goddelijke oorsprong is Gen. 2:7; 7:22; Job 27:3). Een koning is voor een volk van levensbelang, als adem in zijn neus (KI. 4:20). Korte, snelle...