Categorie: B namen

  • Buzi

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Minachting – mijn schande – mijn spot

    De vader van de profeet Ezechiël

    Bijbelverzen:

    (Ezechiël 1:3) Geschiedde het woord des HEEREN uitdrukkelijk tot Ezechiël, den zoon van Buzi, den priester, in het land der Chaldeën, bij de rivier Chebar; en de hand des HEEREN was daar op hem.

  • Buz

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Schande – oneer – verachting

    1. Een zoon van Nachor
    2. Een nakomeling van Gad

    Bijbelverzen:

    (Genesis 22:21) Uz, zijn eerstgeborene, en Buz, zijn broeder, en Kemuël, den vader van Aram,

    (1 Kronieken 5:14) Dezen zijn de kinderen van Abiháïl, den zoon van Huri, den zoon van Jaróah, den zoon van Gílead, den zoon van Michaël, den zoon van Jesísai, den zoon van Jahdo, den zoon van Buz.

    (Jeremía 25:23) Dedan, en Thema, en Buz, en allen, die aan de hoeken afgekort zijn;

  • Bunni

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Mijn begrip – opgebouwd

    Een Leviet, in de tijd van Nehemia.

    Bijbelverzen:

    (Nehémia 9:4) Jésua nu, en Bani, Kadmiël, Sebánja, Bunni, Sérebja, Bani [en] Chenáni, stonden op het hoge gestoelte der Levieten, en riepen met luider stem tot den HEERE, hun God;

    (Nehémia 10:15) Bunni, Azgad, Bebai,

    (Nehémia 11:15) En van de Levieten: Semája, de zoon van Hassub, den zoon van Azríkam, den zoon van Hasábja, den zoon van Buni.

  • Buna

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Verstandigheid – begrip

    Een zoon van Jerahmeël, uit de familie van Farez, in Juda.

    Bijbelverzen:

    (1 Kronieken 2:25) De kinderen van Jeráhmeël nu, den eerstgeborene van Hezron, waren [deze]: de eerstgeborene was Ram, daartoe Buna, en Oren, en Ozem [en] Ahía.

  • Bul

    Naam van een maand

    Betekenis: Toenemen – afgehouwen stam – geknotte boom – stam

    De naam van de achtste maand

    Bijbelverzen:

    (1 Koningen 6:38) En in het elfde jaar, in de maand Bul, welke is de achtste maand, was dit huis volmaakt, naar al zijn stukken en naar al zijn behoren; alzo heeft hij zeven jaren daaraan gebouwd.

  • Bukkía

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Verspilling van de Heer

    Een Kehathitische leviet, zoon van Heman. Hij was één van de, door David aangestelde, musici in de tempel.

    Bijbelverzen:

    (1 Kronieken 25:4) Aangaande Heman: de kinderen van Heman waren Bukkía, Mattánja, Uzziël, Sebúël, en Jerimôth, Hanánja, Hanáni, Eliátha, Giddálti, en Romámthi-Ézer, Josbekása, Mallóthi, Hothir, Maházioth.

    (1 Kronieken 25:13) Het zesde voor Bukkía; zijn zonen en zijn broederen, twaalf.

  • Bukki

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Verkwister – verspilling

    1. Een overste uit de stam Dan
    2. Een nakomeling van Aäron

    Bijbelverzen:

    (Numeri 34:22) En van den stam der kinderen van Dan, de overste Bukki, zoon van Jogli;

    (1 Kronieken 6:5) En Abisúa gewon Bukki, en Bukki gewon Uzzi;

    (1 Kronieken 6:51) Bukki zijn zoon; Uzzi zijn zoon; Seráhja zijn zoon;

    (Ezra 7:4) Den zoon van Zeráhja, den zoon van Uzzi, den zoon van Bukki,

  • Bozra

    Plaatsnaam

    Betekenis: Omheining – vesting – schaapskooi

    1. In Edom, de stad Jobab, vernoemd naar de zoon van Zerah, een van de vroege koningen van dat volk. Het ligt in het bergdistrict Petra, 32 kilometer ten zuidoosten van de Dode Zee.
    2. Een Moabitische stad in het “vlakte”, d.w.z. op het hoge niveau in het oosten van de Dode Zee. Het is waarschijnlijk het tegenwoordige Buzrah.

    Bijbelverzen:

    Genesis 36:33 – 1 Kronieken 1:44 – Jesaja 34:6 – Jesaja 63:1 – Jeremía 48:24 – Jeremía 49:13 – Jeremía 49:22 – Amos 1:12 – Micha 2:12

  • Bozkath

    Plaatsnaam

    Betekenis: Rotsachtige hoogte – verheven – verhoogd

    Een stad in het laagland van Juda, waar de grootmoeder van Josía vandaan kwam.

    Bijbelverzen:

    (Jozua 15:39) Lachis, en Bozkath, en Eglon,

    (2 Koningen 22:1) Josía was acht jaren oud, toen hij koning werd, en regeerde een en dertig jaren te Jeruzalem; en de naam zijner moeder was Jedída, een dochter van Adája, van Bozkath.