Categorie: A namen

  • Ahi

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Mijn broer – broederlijk – meedoen

    • Een zoon van Abdiël uit de stam Gad
    • Een zoon van Semer uit de stam Aser

    Bijbelverzen:

    (1 Kronieken 5:15) Ahi, de zoon van Abdiël, den zoon van Guni, was het hoofd van het huis hunner vaderen.

    (1 Kronieken 7:34) En de zonen van Semer waren Ahi en Róhega, Jehubba en Aram.

  • Aher

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Langzaam komen – erna – de volgende

    Bijbelverzen:

    (1 Kronieken 7:12) Daartoe Suppim en Huppim waren kinderen van Ir, en Husim, kinderen van Aher.

  • Achbor

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Muis – rat

    Bijbelverzen:

    (Genesis 36:38), (Genesis 36:39), (2 Koningen 22:12), (2 Koningen 22:14), (1 Kronieken 1:49), (Jeremía 26:22), (Jeremía 36:12),

  • Achban

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Broer van de voorzichtige – broer van de intelligente

    Bijbelverzen:

    (1 Kronieken 2:29) De naam nu der huisvrouw van Abísur was Abiháïl: die baarde hem Achban en Molid.

  • Aházia

    Eigennaam ♂

    Betekenis: De Heer heeft (beschermend) gegrepen – De HEERE houdt vast

    Korte omschrijving:

    • Zoon van Achab en koning van Israël
    • Zoon van Jehóram en koning van Juda

    Aházia regeerde over het 10-stammenrijk van 852-855. Deze zoon van Achab leefde slechts kort, omdat hij stierf na een ernstige val. Elia bestrafte hem, omdat hij een Filistijnse god Baal-Zebub te Ekron liet raadplegen over zijn toekomst (2 Koningen 1).
    Ook de Aházia van Juda regeerde maar kortstondig, in 845 v. Chr.
    Jehu, die Joram van Israël doodde, heeft ook zijn bondgenoot Aházia aangevallen, ten gevolge waarvan deze stierf in Megiddo (2 Koningen 8:25-29; 2 Koningen 27-29).

    Bijbelverzen:

    (1 Koningen 22:40), (1 Koningen 22:49), (1 Koningen 22:51), (2 Koningen 1:2), (2 Koningen 1:18), (2 Koningen 8:24), (2 Koningen 8:25), (2 Koningen 8:26), (2 Koningen 8:29), (2 Koningen 9:16), (2 Koningen 9:21), (2 Koningen 9:23), (2 Koningen 9:27), (2 Koningen 9:29), (2 Koningen 10:13), (2 Koningen 11:1), (2 Koningen 11:2), (2 Koningen 12:18), (2 Koningen 13:1), (2 Koningen 14:13), (1 Kronieken 3:11), (2 Kronieken 20:35), (2 Kronieken 20:37), (2 Kronieken 22:1), (2 Kronieken 22:2), (2 Kronieken 22:7), (2 Kronieken 22:8), (2 Kronieken 22:9), (2 Kronieken 22:10), (2 Kronieken 22:11),

  • Ahasbai

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Ik vertrouw op de HEERE – Mijn toevlucht is de HEERE.

    Bijbelverzen:

    (2 Samuël 23:34) Elifélet, de zoon van Ahasbai, de zoon van een Máächathiet; Elíam, de zoon van Achitófel, de Giloniet;

  • Aharlel

    Eigennaam

    Betekenis: Hoop is vertraagd – achter de verschansing.

    Bijbelverzen:

    (1 Kronieken 4:8) En Koz gewon Anub en Hazobéba, en de huisgezinnen van Aharlel, den zoon van Harum.

  • Acháje

    Plaatsnaam

    Betekenis: Droefenis – narigheid

    Bijbelverzen:

    (Handelingen 18:12), (Handelingen 18:27), (Handelingen 19:21), (Romeinen 15:26), (Romeinen 16:5), (1 Korinthe 16:15), (2 Korinthe 1:1), (2 Korinthe 9:2), (2 Korinthe 11:10), (1 Thessalonicenzen 1:7),(1 Thessalonicenzen 1:8)

  • Acháïkus

    Eigennaam ♂

    Betekenis: ≈ een inwoner van Achaia;

    Een christen geassocieerd met Stephanus

    Bijbelverzen:

    (1 Korinthe 16:17) En ik verblijde mij over de aankomst van Stéfanas, en Fortunátus, en Acháïkus, want dezen hebben vervuld hetgeen mij aan u ontbrak;

  • Acco

    Plaatsnaam

    Betekenis: ≈ Zand warm gemaakt door de hitte van de zon

    Bijbelverzen:

    (Richteren 1:31) Aser verdreef de inwoners van Acco niet, noch de inwoners van Sidon, noch Achlab, noch Achsib, noch Chelba, noch Afik, noch Rechob;