Seir


Hang, bebost. Land van de Horieten (Gen. 14:6; 32:3; Deut. 1:44), later van de Edomieten (Num. 24:18; Richt. 5:4), berggebied in het n.o. deel van de Sinaïwoestijn, ten z.w. van de Dode Zee. Een plaats van openbaring (Deut. 33:2; Richt. 5:4) en van goddelijk gericht (Jes. 21:11; Ez. 35:3, 7, 15).

Deel dit artikel op: