Roepen


Betekent bij zich roepen, bevelen nabij te komen (Gen. 3:9; 12:18; 24:57; 27:1 etc.). Meestal zullen anderen nabijkomen omdat zij iets moeten doen of iets moeten aanhoren of ontvangen (Gen. 24:58; Ex. 7:11; 8:8; Hand. 10:7). Daardoor kan het woord roepen of geroepen zijn de betekenis krijgen van: een roeping ontvangen. Bezalel is geroepen om kunstenaar te zijn (Ex. 31:1 v). De 12 stamoudsten zijn geroepenen. Hun werd door Jozua opgedragen 12 stenen uit de Jordaan op te pakken en er een altaar van te bouwen (Joz. 4:4 w). De 12 discipelen zijn geroepen apostelen (om onreine geesten uit te drijven en ziekten te genezen, Matt. 10:1; vgl. Hand. 13:2; 16:10). Israël is het uitverkoren volk, geroepen om knecht – strijder van God te zijn (Jes. 41:8 v, 15 v). En de christenen van Rome heten geroepenen van Jezus de Christus, geroepen heiligen (Rom. 1:6 v). God heeft hen bij Zich geroepen om gelijkvormig aan het beeld van de Zoon te worden en hen rechtvaardig te maken (Rom. 8:28 w). Zij zijn geroepen tot gemeenschap met de Christus (1 Kor. 1:9), tot vrede (1 Kor. 7:15), om het eeuwige leven te grijpen (1 Tim. 6:12), tot het ontvangen van de beloften (Hand. 2:39). Zij moeten waardig aan de roeping waarmee zij geroepen zijn, wandelen (Ef. 4:1).
Het roepen van mensen tot God is het inroepen van Zijn hulp, het nabijroepen van de HEER tot redding (Richt. 4:3; 1 Sam. 12:8, 10; Ps. 4:4; 22:6). Zo roept Jezus aan het kruis: Eli, Eli – Mijn God, Mijn God. (Matt. 27:46).

Deel dit artikel op: