Deze valt in de wintermaanden in Israël het overvloedigst (Ezra 10:13; Job 37:6), nadat in oktober/november de vroege regen is gekomen (Deut. 11:14; Jak. 5:7). De bronnen en de cisternen worden gevuld...
Is in de bijbel doorgaans een teken van Goddelijke zegen (Gen. 13:25; 49:25; Deut. 28: 1-14; 1 Kon. 10:14-22). De rijken moeten alleen niet vertrouwen op hun bezit (dat altijd onzeker is)...
Het volk moge zich uitbreiden. Zoon van Salomo en 1e koning van het 2 stammenrijk (926-910 v. Chr.; 1 Kon. 11:43 w). Hij poogde vergeefs het n. deel van het koninkrijk van...