Refaieten

Hebreeuws: refaiem, reuzen. Oorspronkelijke bevolking van Kanaän, afstammelingen van Rafa (2 Sam. 21:16-22; Gen. 15:20; Joz. 17:15). Zij spoken in de herinnering van de bewoners van het land als refa’iem, d.i. geesten,...

Richter

Hij is niet zozeer een rechter als wel een leider, een regent van de stam of het volk. Er wordt in het boek der Richteren over 7 ‘grote’ Richters verteld, redders en...

Regen

Deze valt in de wintermaanden in Israël het overvloedigst (Ezra 10:13; Job 37:6), nadat in oktober/november de vroege regen is gekomen (Deut. 11:14; Jak. 5:7). De bronnen en de cisternen worden gevuld...

Rijkdom

Is in de bijbel doorgaans een teken van Goddelijke zegen (Gen. 13:25; 49:25; Deut. 28: 1-14; 1 Kon. 10:14-22). De rijken moeten alleen niet vertrouwen op hun bezit (dat altijd onzeker is)...

Rehabeam

Het volk moge zich uitbreiden. Zoon van Salomo en 1e koning van het 2 stammenrijk (926-910 v. Chr.; 1 Kon. 11:43 w). Hij poogde vergeefs het n. deel van het koninkrijk van...