Potifera

(= Potifar) priester van On, schoonvader van Jozef (Gen. 41:45; 46:20). Pottenbakker – Hebr. jootseer, Gr. kerameus, snijdt een stuk met de voeten geknede klei of Leem af en gaat dit met...

Potifar

Gegeven door (de god) Ra, de overste van de lijfwacht van de Farao die Jozef kocht als huisslaaf (Gen. 37:36; 39:1).

Poortwachter

Hij vervult vlg. Ezra, Nehemia en Kronieken een belangrijk priesterlijk ambt (Ezra 2:42; Neh. 7:1; 1 Kron. 9:17-26 etc.). Poort en dorpel zijn de grenzen tussen het profane en het heilige. Het...

Poort

De af te sluiten toegang van een stad, paleis of tempel (Gen. 19:1; 2 Kon. 11:19; 1 Kron. 9:23). Meestal was er een pleintje bij de stadspoort. Veel van het openbare leven...

Pontus

Naam voor de Zwarte Zee en voor de daaraan grenzende n. kuststrook van Klein-Azië (Hand. 2:9; 18:2; 1 Petr. 1:1). Joden uit Pontus zijn in Jeruzalem op het pinksterfeest (Hand. 2:9).