Profetes

Hebr. nebie’a, Gr. profètis. Mirjam (Ex. 15:20), Debora (Richt. 4:4), Hulda (2 Kon. 22:14 w), de vrouw van Jesaja (Jer. 8:3), Anna (Luc. 2:36) zijn vrouwelijke profeten. Dat zijn ook de vier...

Profeet

Hebr. nabie’ = geroepene, Gr. profètès, een naam voor zieners en waarzeggers (2 Sam. 24:11; 2 Kon. 17:13), extatici die in groepen samenleven (1 Sam. 10:5, 10; 19:20), door de Geest gedrevenen...

Priester

Hebr. kooheen, betekent waarschijnlijk: die offers voor God stelt, Gr. hiereus: die heilig werk doet (vgl. Lat. sacerdos). Een priester bediende vooral het altaar, hij wist hoe offers gebracht moesten worden (Num....

Prediker

Hebr. Qoohèlèt, Gr. Ekklesiastès, naam van een boek dat in de 3e categorie van de bijbelse kanon de Ketoebim of de Geschriften een aparte plaats inneemt door een sceptische instelling tav. het...