Categorie: Statenvertaling

  • Statenvertaling

    De Statenvertaling (of Statenbijbel) is de eerste officiële Nederlandstalige Bijbelvertaling, die rechtstreeks uit het oorspronkelijke Hebreeuws, Aramees en Grieks werd vertaald. De opdracht voor de vertaling werd in 1618 gegeven op de Synode van Dordrecht; de Staten-Generaal werd gevraagd de vertaling te betalen.

    Tot dan toe werd er gebruikgemaakt van verschillende vertalingen, waaronder de Bijbelvertaling van Maarten Luther in het Hoogduits. Deze werd echter als een lutherse interpretatie beschouwd. Er waren al eerder bijbels in het Nederlands verschenen, zoals de Delftse Bijbel (1477), Liesveldtbijbel (1526), de Biestkensbijbel (1560) en de Deux-aesbijbel (1562), maar dat waren vertalingen van vertalingen en vaak incompleet; de Leuvense Bijbel (1548) was lange tijd de enige door de Roomse kerk goedgekeurde ‘katholieke’ vertaling. De synode achtte het nodig dat er een goede, eigen (hervormde) vertaling kwam, naar het voorbeeld van de Engelse Authorized Version (King James Version, 1611), die zo dicht mogelijk bij de brontalen lag. Voor het Oude Testament zijn dit Hebreeuws en Aramees, voor het Nieuwe Testament en de apocriefen van het Oude Testament is dit Grieks.

    De Staten-Generaal gingen pas in 1626 akkoord met het verzoek van de synode, waarop de vertalers aan de slag konden. Het vertaalwerk gebeurde in Leiden. In 1635 was de Statenvertaling gereed en in 1637 werd ze door de Staten geautoriseerd. De stad Leiden betaalde 2500 gulden voor het octrooi om de Bijbel in Leiden te laten drukken. Tussen 1637 en 1657 werd een half miljoen exemplaren gedrukt. Ook nu nog blijft de Statenvertaling gezaghebbend in sommige protestantse kerken.

    Het Nieuwe Testament van de Statenvertaling (en ook van bijvoorbeeld de King James Version) is een vertaling van de Textus receptus, de Griekse tekst die door Erasmus was gepubliceerd met behulp van enkele handschriften met de Byzantijnse tekst. Het Oude Testament is een vertaling van de betrouwbare Masoretische tekst. Vanaf de late negentiende eeuw baseren de meeste Bijbelvertalingen zich daarentegen op tekstkritische uitgaven van het Nieuwe Testament, zoals de Nestle-Aland-editie, die gebaseerd zijn op sindsdien ontdekte handschriften van het Oude – en van het Nieuwe Testament. Zie tekstkritiek van de Bijbel.

    Richtlijnen voor het vertaalwerk
    De Synode heeft ook uitvoerig stilgestaan bij de regels voor de vertaling. Op de achtste zitting van de Synode, op 20 november 1618 werden concrete regels voor het vertaalwerk vastgesteld. De vertalers moesten zich houden aan de volgende, uit vier punten bestaande, instructie:

    I. Dat zij altijd bij de oorspronkelijke tekst zorgvuldiglijk blijven, en de manier van spreken der oorspronkelijke talen zoo veel de duidelijkheid en eigenschap der Nederlandse spraken kan toelaten, behouden. Maar indien ergens een Hebreeuwsche of Grieksche wijze van spreken voorviel, die harder ware dan dat ze wel in de tekst gehouden zou kunnen worden, dat zij deze aan den kant naarstiglijk aanteekenen.

    II. Dat zij, om de zin van de tekst, die niet ten volle uitgedrukt is, te vervullen, zo weinig woorden daarbij doen als mogelijk is, en deze in den tekst met eene andere letter, en tusschen haakjes besluiten, opdat ze van de woorden van den tekst mogen onderscheiden worden.

    III. Dat zij voor ieder boek en hoofdstuk een korten en duidelijke inhoud stellen, en alleszins aan den kant de gelijkluidende plaatsen der Heilige Schriftuur aan tekenen.

    IV. Dat zij enige korte verklaringen er bij voegen, waarmede reden gegeven wordt van de overzetting in de duistere plaatsen; maar de waarnemingen der leerpunten daarbij voegen, is noch noodig noch raadzaam te zijn. (Acta, Dordtse Synode, Achtste zitting, d.d. 20 november 1618).

    De apocrief genoemde boeken
    Tot de Bijbel van alle christenen behoorden tot de Hervorming ook de boeken die door Hiëronymus van Stridon deuterocanoniek waren genoemd. De Hervormers besloten echter dat het Oude Testament beperkt werd tot de Hebreeuwse Bijbel, de Tenach. Ongeveer tien boeken maken geen deel uit van de Hebreeuwse Bijbel, maar zijn bewaard gebleven via de Griekse vertaling van het Oude Testament, de Septuagint en de Vulgaat. Ze zijn oorspronkelijk deels in het Hebreeuws en deels in het Grieks geschreven, maar op een enkele uitzondering na staat alleen het Grieks ter beschikking. De synode besloot dat deze boeken wel in de vertaling werden opgenomen, maar achter de boeken van het Oude Testament geplaatst en voorzien van een ‘waarschuwing voor de lezer’. Met het verstrijken van de tijd zijn deze boeken in de protestantse kerken steeds meer in onbruik geraakt. Andere kerken houden ze in ere. De volgorde en indeling van de Septuagint werden wel gehandhaafd, Ruth staat bijvoorbeeld tussen Richteren en 1 Samuel; Klaagliederen na Jeremia en Daniël na Ezechiël.

    Hertalingen
    In de loop van de eeuwen is de Statenvertaling verschillende malen hertaald. In 1762 (‘Jehova-bijbel’) werden taal en spelling voor het eerst bijgewerkt. Toch werd tot aan het begin van de negentiende eeuw de Statenvertaling gewoonlijk in de oorspronkelijke zeventiende-eeuwse spelling gedrukt. Pas in 1834 kwam de eerste echt gemoderniseerde Statenvertaling (Oude en Nieuwe Testament) in de toenmalige gebruikelijke spelling van Matthijs Siegenbeek. Deze Statenvertaling in eigentijdse spelling was verzorgd door Henricus Cats en Wessel Albertus van Hengel en luidde de ondergang in van Bijbeluitgaven in de oorspronkelijke zeventiende-eeuwse spelling.

    Jongbloededitie
    In 1888 verscheen een editie die door een commissie van theologen was herzien. Deze versie werd aanvankelijk door Proost en Brandt uitgegeven, en later door onder meer Jongbloed. Deze editie is bekend geworden als de Jongbloededitie. De Jongbloededitie en varianten met nieuwere spelling behoren tot de meest gebruikte versies van de Statenvertaling.

    GBS-Bijbel
    De GBS-Bijbel gebruikt verbogen lidwoorden zoals den, archaïsche verbogen aanwijzend voornaamwoorden zoals dien, gij met bijbehorende werkwoordsvormen zoals gij zoudt, e.d., en er wordt ook veel de aanvoegende wijs gebruikt. Wel wordt verder de hedendaagse spelling gebruikt. Oude woorden uit de versie van 1637 zijn hier dus vervangen (ende is en geworden, en nae werd naar), maar er wordt toch wel terughoudendheid hierin betracht.

    Statenvertaling-1977
    In 1977 verscheen bij het Nederlands Bijbelgenootschap een versie van de Statenvertaling waarin vooral de spelling was gemoderniseerd. Zij was verzorgd door een commissie onder leiding van ds. W.L. Tukker (vandaar ook wel de Tukkervertaling genoemd). Deze editie was geen volledige ‘hertaling’, doch slechts een sobere, vooral taalkundige bewerking, waarbij meteen de spelling gemoderniseerd zou worden. Tevens moet de Ravesteyneditie ernaast worden gelegd om in de loop der jaren ontstane fouten te verbeteren. Erg populair is deze editie nooit geworden.

    Revisies
    Herziene Statenvertaling
    De Herziene Statenvertaling, afgekort HSV, is een hertaling van de oude Statenvertaling uit 1637 in meer hedendaags Nederlands. Vanuit de Nederlandse Hervormde Kerk, de Christelijke Gereformeerde Kerken is de Stichting Herziene Statenvertaling opgericht, die in juni 2002 is begonnen aan een volledige hertaling van de Statenvertaling. In de loop van 2010 was deze revisie gereed en op 4 december 2010 is hij in Dordrecht – en op 11 december in Vlaanderen – officieel gepresenteerd.

    Met dank aan Wikipedia

    Verklarende woordenlijst

  • Sonnini manuscript – Handelingen 29

    Inleiding

    Wij laten hier een vertaling volgen van het zgn. Sonnini-manuscript, een oud geschrift waarvan in het Brits Museum te Londen een vertaling aanwezig is geweest. Het origineel van deze vertaling is echter in de oorlog tijdens een bombardement vernield. In de catalogus van de bibliotheek van bet Britse Museum staat dit document vermeld onder het hoofd “Sint Paulus”.

    Dit zal ons niet meer zo vreemd voorkomen, wanneer we zien dat het gehele manuscript bestaat uit een verslag van Paulus’ reis naar Spanje en Engeland.

    Het geschrift is bekend geworden als “het verloren hoofdstuk van de Handelingen der Apostelen”. Men zegt dat het ontdekt werd in de archieven van Constantinopel en door sultan Abdul Achmed werd geschonken aan de Franse schrijver en reiziger C. S. Sonnini.

    De authenticiteit van dit manuscript is geenszins bewezen. Wij weten echter uit Romeinen 15:24 dat Paulus plannen had om naar Spanje te reizen en uit vele overleveringen en vaststaande bewijzen is wel gebleken dat hij ook in Engeland moet zijn geweest. Wat ook de oorsprong van dit geschrift moge zijn, het leest als het boek Handelingen en het doet aan als een vervolg hierop. De Engelse vertaling van het manuscript stamt uit 1801

    Enkele punten die getuigen voor de echtheid van het manuscript zijn:

    1. Het is zeer overtuigend van oude datum;
    2. Het is geschreven in het Grieks in de stijl van de Handelingen;
    3. Voorkomende plaats- en persoonsnamen worden geschreven in hun. Latijnse vorm;
    4. De toon is geestelijk en hoogstaand;
    5. Het heeft een schriftuurlijke beknoptheid;
    6. De profetische uitingen zijn van bijzondere aard;
    7. Het feit dat het manuscript gevonden werd in de archieven van Constantinopel;
    8. Het karakter is puur evangelisch en lijkt te getuigen van een Goddelijk planmatige strekking.

    Of het aanvullende hoofdstuk van het boek Handelingen inderdaad van Godswege is geschreven om in deze eindtijd geopenbaard te worden, we zullen liet hopelijk na dezen verstaan.

    Afschrift van het Sonnini manuscript:

    Nederlands
    1. En Paulus, vervuld met de zegeningen van Christus en volhardend in de Geest, vertrok uit Rome teneinde naar Spanje te gaan, want hij had zich reeds lange tijd voorgenomen om daarheen te reizen. En hij wilde och van daaruit naar Brittannië gaan
    2. Want hij had in Phoenicië gehoord, dat een aantal van de kinderen Israëls omstreeks de tijd van de Assyrische ballingschap over zee gevlucht waren, naar de “kustlanden in de verte”, zoals door de profeet gesproken was, en die door de Romeinen Brittannië genoemd worden.
    3. En de Here had bevolen, dat het Evangelie ver weg aan de heidenen gepredikt zou worden en aan de verleren schapen van het huis Israëls1.
    4. En geen mens hield Paulus tegen; want hij getuigde krachtig van Jezus in het bijzijn van de volkstribunen en onder de mensen; en hij nam enkele van de broeders mede, die met hem in Rome hadden vertoefd, en zij gingen scheep in Ostium en daar zij gunstige wind hadden, werden ze veilig in een Spaanse haven gebracht.
    5. En vele mensen waren verzameld uit de steden en dorpen en het heuvelland; want zij hadden gehoord van de bekering van de apostel, en de vele wonderen, die hij gedaan had.
    6. Paulus predikte krachtig in Spanje en grote menigten geloofden en werden bekeerd want zij beseften, dat hij een van God gezonden apostel was.
    7. Zij vertrokken uit Spanje en Paulus en zijn gezelschap voeren, toen zij een schip gevonden hadden in Amorica, naar Brittannië, zij gingen daar aan land en bereikten, langs de Zuidkust getrokken zijnde, een havenplaats, genaamd Raphinus.
    8. Toen nu het bericht overal verspreid was, dat de apostel aan hun kust geland was, kwamen grote menigten inwoners tot hem en zij behandelden hem hoffelijk, en hij kwam door de oostelijke poort van hun stad binnen, en woonde in bet huis van een Hebreeër, één van zijn eigen volk.
    9. En des morgens kwam hij en stond op de berg Lud2 ; en da messen verdrongen zich aan de poort en verzamelden zich in de hoofdstraat, en hij predikte Christus tot hen, en velen geloofden het woord en het getuigenis van Jezus.
    10. En des avonds kwam de Heilige Geest op Paulus en bij profeteerde, zeggende: Zie in het laatste der dagen zal de God des Vredes in de steden wonen, en de bewoners daarvan zullen geteld worden; en met de zevende telling van de mensen3 zullen hun ogen geopend worden, en zal de heerlijkheid van hun erfenis voor hen uit schijnen. En naties zullen komen om te aanbidden op de Berg, die getuige is van het geduld en langdurig lijden van ‘n dienstknecht des Heren.
    11. En in de laatste dagen zullen nieuwe tijdingen van het Evangelie uit Jeruzalem voortkomen, en de harten der mensen zullen zich verheugen, en ziet, bronnen zullen geopend worden, en er zullen geen plagen meer zijn.
    12. In die dagen zullen er oorlogen en geruchten van oorlogen4 zijn; en een koning zal opstaan, en zijn zwaard zal zijn voor het helen van de naties, en zijn vredestichting zal voortduren, en de glorie van zijn koninkrijk zal een wonder zijn onder de vorsten.
    13. En het geschiedde, dat enkelen van de Druïden persoonlijk tot Paulus kwamen en door hun gewoonten en ceremonieën toonden dat zij afstamden van de Joden, die de slavernij in het land Egypte ontvlucht waren, en de apostel geloofde deze dingen, en hij gaf hen de vredeskus.
    14. En Paulus woonde drie maanden in zijn huis, terwijl hij voortdurend het geloof versterkte en Christus predikte.
    15. En na deze dingen vertrokken Paulus en zijn broeders uit Raphinus en voeren naar Atium in Gallië5.
    16. En Paulus predikte in de romeinse garnizoenen en onder de mensen, iedereen vermanend boete te doen en zijn zonden te belijden.
    17. En daar kwamen enkelen van Belgae om van hem de nieuwe leer te vernemen, en van de Here Jezus. En Paulus opende zijn hart voor hen, en vertelde hen alle dingen die hem overkomen waren; waarom het was, dat Christus Jezus op de wereld kwam om zondaren te redden; en zij vertrokken, terwijl zij onder elkaar de dingen die zij gehoord hadden, overpeinsden.
    18. En na veel gepredikt en hard gewerkt te hebben gingen Paulus en zijn medewerkers naar Helvetia6, en kwamen aan de berg Pontius Pilatus, waar hij, die de Heer veroordeelde, zichzelf voorover te pletter sloeg en zo ellendig omkwam.
    19. En onmiddellijk daarop vloeide een krachtige stroom uit de berg en spoelde zijn in stukken gebroken lichaam in een meer7.
    20. En Paulus strekte zijn hand vooruit over het water en bad tot de Heer, zeggende: O Here God, geef een teken aan alle volken, dat hier Pontius Pilatus, die Uw zoon veroordeelde, voorover in de afgrond gestort is.
    21. En terwijl Paulus nog sprak, zie, daar kwam een hevige aardbeving, en het aangezicht der wateren werd veranderd, en de vorm van het meer geleek op de Zoon des Heren, die in hevige pijnen aan het kruis hing.
    22. En een stem kwam uit de hemel, zeggende: Zelfs Pilatus is de gramschap, die zal komen, ontsnapt, want hij waste zijn handen ten aanschouwe van de schare bij het vergieten van het bloed van de Here Jezus8.
    23. Daarom eerden Paulus en die met hem waren God, toen zij de aardbeving zagen, en de stem van de engel hoorden, en zij waren zeer versterkt in de Geest.
    24. En zij reisden m kwamen aan de berg Julius, waar twee pilaren stonden, één aan de rechter- en één aan de linkerzijde, opgericht door Keizer Augustus9.
    25. En Paulus vervuld van de Heilige Geest, verhief zich tussen de twee pilaren, zeggende: Mannen broeders, deze stenen, die gij heden ziet, zullen getuigen van mijn reis hiervandaan; en waarlijk zeg ik, zij zullen blijven tot de uitstorting van de Heilige Geest op alle naties. Ook zal de weg hierheen door alle geslachten heen niet versperd zijn.
    26. En zij trokken verder en kwamen te Illyrië10, met het doel om door Macedonië Azië in te gaan. En er was genade in alle kerken; en zij waren gelukkig en hadden vrede. Amen.

    1 – Zie Handelingen 9:15 en 22:21

    2 – Ludgate Hill, waarop St. Paul’s Cathedral is gebouwd.

    3 – Engeland had in 1861 zijn zevende volkstelling.

    4 – Zie Lukas 21

    5 – Frankrijk

    6 – Zwitserland

    7 – Pilatussee?

    8 – Zie Mattheus 27:24

    9 – De Juliër-pas bij St. Moritz

    10 – Romeinen 15:19

    Engels
    1. And Paul, full of the blessings of Christ, and abounding in the spirit, departed out of Rome, determining to go into Spain, for he had a long time purposed to journey thitherward, and was minded also to go from thence into Britain.
    2. For he had heard in Phoenicia that certain of the children of Israel, about the time of the Assyrian captivity, had escaped by sea to the “isles afar off,” as spoken by the prophet, and called by the Romans Britain.
    3. And the Lord commanded the gospel to be preached far hence to the Gentiles, and to the lost sheep of the house of Israel.
    4. And no man hindered Paul; for he testified boldly of Jesus before the tribunes and among the people; and he took with him certain of the brethren which abode with him at Rome, and they took shipping at Ostium, and having the winds fair were brought safely into an haven of Spain.
    5. And much people were gathered together from the towns and villages, and the hill country, for they had heard of the conversion of the apostle, and the many miracles which he had wrought.
    6. And Paul preached mightily in Spain, and great multitudes believed and were converted, for they perceived he was an apostle sent from God.
    7. And they departed out of Spain, and Paul and his company finding a ship in Armorica sailing unto Britain, they went therein, and passing along the South coast they reached a port called Raphinus.
    8. Now when it was noised abroad that the apostle had landed on their coast, great multitudes of the inhabitants met him, and they treated Paul courteously, and he entered in at the east gate of their city, and lodged in the house of an Hebrew and one of his own nation.
    9. And on the morrow he came and stood upon Mount Lud; and the people thronged at the gate, and assembled in the Broadway, and he preached Christunto them, and many believed the word and the testimony of Jesus.
    10. And at even the Holy Ghost fell upon Paul, and he prophesied, saying Behold, in the last days the God of peace shall dwell in the cities, and the inhabitants thereof shall be numbered; and in the seventh numbering of the people, their eyes shall be opened, and the glory of their inheritance shine forth before them. And nations shall come up to worship on the mount that testifieth of the patience and long suffering of a servant of the Lord.
    11. And in the latter days new tidings of the gospel shall issue forth out of Jerusalem, and the hearts of the people shall rejoice, and behold fountains shall be opened, and there shall be no more plague.
    12. In those days there shall be wars and rumors of wars; and a king shall rise up, and his sword shall be for the healing of the nations, and his peacemaking shall abide, and the glory of his kingdom a wonder among princes.
    13. And it came to pass that certain of the Druids came unto Paul privately, and showed by their rites and ceremonies they were descended from the Jews which escaped from bondage in the land of Egypt, and the apostle believed these things, and he gave them the kiss of peace.
    14. And Paul abode in his lodgings three months, confirming in the faith and preaching Christ continually.
    15. And after these things Paul and his brethren departed from Raphinus and sailed unto Atium in Gaul.
    16. And Paul preached in the Roman garrisons and among the people, exhorting all men to repent and confess their sins.
    17. And there came to him certain of the Belgae to inquire of him of the new doctrine and of the man Jesus; and Paul opened his heart unto them, and told them all things that had befallen him, how be it that Christ came into the world to save sinners; and they departed, pondering among themselves upon the things which they had heard.
    18. And after much preaching and toil, Paul and his fellow labourers passed into Helvetia, and came unto Mount Pontius Pilate, where he who condemned the Lord Jesus dashed himself down headlong, and so miserably perished.
    19. And immediately a torrent gushed out of the mountain, and washed his body broken in pieces into a lake.
    20. And Paul stretched forth his hands upon the water, and prayed unto the Lord, saying, O Lord God, give a sign unto all nations that here Pontius Pilate, which condemned thine only-begotten Son, plunged down headlong into the pit.
    21. And while Paul was yet speaking, behold there came a great earthquake, and the face of the waters was changed, and the form of the lake like unto the Son of Man hanging in an agony upon the cross.
    22. And a voice came out of heaven saying, Even Pilate hath escaped the wrath to come, for he washed his hands before the multitude at the bloodshedding of the Lord Jesus.
    23. When therefore Paul and those that were with him saw the earthquake, and heard the voice of the angel, they glorified God, and were mightily strengthened in the spirit.
    24. And they journeyed and came to Mount Julius, where stood two pillars, one on the right hand and one on the left hand, erected by Caesar Augustus.
    25. And Paul, filled with the Holy Ghost, stood up between the two pillars, saying, Men and brethren, these stones which ye see this day shall testify of my journey hence; and verily I say, they shall remain until the outpouring of the spirit upon all nations, neither shall the way be hindered throughout all generations.
    26. And they went forth and came unto Illyricum, intending to go by Macedonia into Asia, and grace was found in all the churches; and they prospered and had peace. Amen.

    Enkele toelichtingen

    THE MORNING POST van 27-3-31 bevatte het bericht, dat Paus Pitte XI tegenover een groep van 150 Engelse pelgrims, waaronder de burgemeesters van Bath, Colchester en Dorchester verklaarde, dat niet Paus Gregorius (door het zenden van de monnik Augustinus) hst Christendom in Engeland gebracht heeft, maar, dat dit geschied is door Paulus zelf.

    Clemens, bisschop van Rome van 30-100 na Chr. Schreef: Paulus…….. ontving de prijs van zijn lijdzaamheid. Nadat hij tot in het uiterste Westen het Evangelie gebracht had, stierf hij de marteldood.

    Eusebius (320), bisschop van Caesarea zegt: Benjaminieten kwamen om het Evangelie in deze eilanden te brengen en Paulus predikte ook het Evangelie in Brittannië.

    Theodoretus, bisschop van Cyrrhus (423-460) zegt: PauIus vrijgelaten na zijn eerste gevangenschap te Rome, predikte het Evangelie aan de Britten en aan anderen, in het Westen.

    Paulus in Brittannië (R. W. Morgan)

    Omstreeks 1860 door een zeer belezen Britse predikant, onbekend met onze visie, geschreven boek over de historie van Brittannië in het begin van onze jaartelling. Aan de hand van een overstelpend aantal historische bronnen wordt de stichting van de eerste Christengemeente in Zuid-Engeland door de Bijbelse apostelen beschreven, alles in het licht van de contemporaine geschiedenis van Julius Caesar, Augustus en Claudius de Romeinse keizers. Dir boek wordt beschouwd als één der beste bronnen aangaande de kennis van het druïdische in Engeland, de hoogstaande Keltische cultuur en de toenmalige Britse koningen. Genoemde onderwerpen zijn in Nederland vrijwel geheel onbekend.