Categorie: XYZ woorden

  • Zak

    Hebr. sag, Gr. sakkos, het rouwgewaad —> rouw (Luc. 10:13), een soort lendedoek.
    Er is dikwijls sprake van de water- of wijn-zak, een binnenstebuiten gekeerde geiten-huid (Gen. 21:14, 19; Job 32:19; Matt. 9:17).

  • Zalig

    Het inleidingswoord van zegenspreuken: gelukkig zijt gij, die -(Deut. 33:29; Ps. 128:2), welzalig allen die – (Jes. 30:18; Ps. 1:1; 2:12; 84:5 v etc.). Bekend zijn de 8 zaligsprekingen in Matt. 5 (en de 4 in Luc. 6:20 w, naast de 4 weeklachten in vs. 24 w): de armen van geest, de treurenden, de zachtmoedigen zullen burgers zijn van het komende rijk en delen in het heil, als een gave die bij hen past. Andere zaligsprekingen vindt men bijv. in Joh. 20:29; Jak. 1:12; 1 Petr. 4:14; Openb. 1:3; 14:13.