Zoon van Gomer en kleinzoon van Jafet (Gen. 10:3; 1 Kron. 1:6), stamvader van een Klein-Aziatisch volk dat bekend was door zijn paardenhandel (Ez. 27:14; vgl. 38:6).
Aram. tweeling, Gr. Didymus, één der discipelen van Jezus (Joh. 11:16; 14:5) aan wien de HEER na Zijn opstanding verscheen om Zijn wonden te tonen (Joh. 20:24 w).
Hebr. Teraphiem = de rottenden, een aanduiding van afgodsbeelden (2 Kon. 23:24; 1 Sam. 15:23). Ze kunnen een verschillende vorm en afmeting hebben, een klein huisbeeldje (Gen. 31:19-31) of een soort priester-masker...