Categorie: T woorden

  • Tubal-Kaïn

    Tubal-Kaïn – Zoon van —► Lamech en Zilla, patroon van de metaalbewerkers en smeden (Gen. 4:22).

  • Tucht

    Is kastijding (het Egyptische eguivalent van het Hebr. woord is voorzien van het signaalteken de stok!) of terechtwijzing in woorden. De discipline wordt sterk aanbevolen in de opvoeding van leerlingen of ‘zonen’ door ouders en leermeesters (Spr. 1:3; 4:13; 6:23; Ef. 6:4). Opdat Zijn volk de rechte weg zal gaan kan de HEER het tuchtigen (Jes. 26:16; Jer. 31:18 v). Door kastijding behandelt God Zijn volk als zonen (Hebr. 12:5 w). Paulus ziet de wet van God als een tuchtmeester (‘paidagoogos, paedagoog, een slaaf, die een jongen naar school begeleidt en op hem past) die tot de Christus leidt (Gal. 3:24 v).

  • Twaalf

    Is het getal van de stamvaders van Israël en als zodanig van het volk in zijn geheel. De 12 staven, de 12 toonbroden, de 12 stenen in het borstschild (Num. 17:2; Lev. 24:5; Ex. 28:21) representeren geheel Israël. In de evangeliën zijn de 12 discipelen de vaders van een nieuw volk, zij zullen op 12 tronen zitten om de stammen van Israël te besturen (Matt. 19:28). Ook in de Openbaring van Johannes speelt het getal 12 een grote rol (2 1:12, 14, 16). ‘Geheel’ Israël zal behouden worden! (Rom. 11:26). Ook als tijdscategorie wijst het getal op een bepaalde totaliteit: 12 maanden een jaar, 12 uren een dag (Joh. 11:9).

  • Twee

    Gr. duo, het getal dat verdubbeling en versterking betekent en ook de tweeledigheid. Jozef zegt dat de 2 dromen van de Farao eigenlijk 1 droom zijn en dat door herhaling hiervan de zaak bij God vaststaat (Gen. 41:32). De herhaling wijst op nadrukkelijkheid en bevestiging. Seconderen, de tweede zijn, betekent helpen, een versterking zijn. Namen worden 2x genoemd: Samuel, Samuel; Saul, Saul; Jeruzalem, Jeruzalem. Door 2 onveranderlijke dingen hebben wij een krachtige aansporing (Hebr. 6:18). Als er brood wordt aangeboden zijn dat 2 broden, wijn: dat zijn 2 kruiken (1 Sam, 10:4), dagelijks worden 2 lammeren geofferd (Ex. 29:38). De haan kraaide 2x (Mare. 14:72). Op het getuigenis van 2 of 3 getuigen staat een zaak vast (Deut. 19:15).
    Maar naast de gedachte van bevestiging wordt in het getal 2 ook de onderscheiding benadrukt. Scheppen is scheiding maken: de ene mens is 2: man én vrouw (Gen. 1:28), er is licht én duisternis, dag en nacht, aarde en hemel, zee en land, rein en onrein: alles is 2-voudig, het een tegenover het andere (Sirach 42:24). In de gelijkenissen van Jezus gaat het over 2 zonen, 2 bidders, over de herder en de huurling, het zaad en het onkruid (Luc. 15:11 w; 18:10; Matt. 13:24 w; Joh. 10:12). De 2 wijst dus ook op tegenstelling en strijd. Men zal dus niet op 2 gedachten hinken (1 Kon. 18:21), op 2 wegen gaan (Ps. 1), geen 2 heren dienen (Matt. 6:24).

  • Tychikus

    Gelukskind, medewerker van Paulus, door deze naar Efeze en Kolosse gezonden (Ef. 6:21; Kol. 4:7; 2 Tim. 4:12) en ook naar Kreta (Tit. 3:12).

  • Tovenaar

    Gr. pharmakos (pharmaceut), de man of de vrouw die over geheimzinnige krachten beschikt en als ‘wijze’ (Ex. 7:11; Jes. 47:9; Dan. 2:27) kundig is in het manipuleren ervan. Men kan denken aan de liefdesappelen van Lea (Gen. 30:14), de staf van de Egyptische mededinger (Ex. 7:12), de tovenares van – Endor (1 Sam. 28). In Hand. worden Simon Magus (8:9 w) en Bar Jezus/Elymas (13:6) genoemd. Tegen de occulte praktijken van waarzeggers, droomuitleggers en tovenaars wordt sterk gewaarschuwd, ze zijn onverenigbaar met het geloof in de ene Heer (Ex. 22:18; Deut. 18:10 w; 2 Kon. 9:22; Gal. 5:20; Openb. 21:8). Christen geworden tovenaars verbranden hun boeken met magische formules in Efeze (Hand. 19:18 v).

  • Tyrannus

    Heerser, leraar in welsprekendheid in Efeze, die zijn zaal aan Pauhus ter beschikking stelde (Hand. 19:9).

  • Tisbe

    De geboorteplaats (in Gilead) van de profeet Elia, die de Tisbiet wordt genoemd (1 Kon. 17:1).

  • Tittel

    Deze uitdrukking kan ontleend zijn aan Matteüs 5:18 maar ook aan Lucas 16:17. De jod of jota is de kleinste Hebreeuwsche letter, terwijl men onder een tittel destijds verstond de kleine puntjes of haaltjes, waardoor sommige Hebreeuwse medeklinkers van elkaar worden onderscheiden.