Categorie: O woorden

  • Overlevering

    Als Jezus de overlevering der oudsten kritiseert, bedoelt Hij de mondelinge leer, die naast de geschreven halacha werd doorgegeven en die volgens de Farizeeën even verbindend was als de torah zelf (Matt. 15:2 vv; Mare. 7:3 vv; vgl. GaF 1:14; Kol. 2:8). Overigens heeft ook Paulus zijn boodschap verkondigd op grond van door hem ontvangen mondelinge overlevering (1 Kor. 11:23) en spoort hij de gemeente aan zich aan de door hem gegeven overlevering (traditie) te houden (2 Tess. 2:15, vgl. 3:6; Fil 4:9).

  • Overpriester

    In de Romeinse tijd kon een Hogepriester, die voordien zijn ambt voor het leven bekleedde, ontslagen worden. Vanaf 37 v. Chr. tot 70 n. Chr. waren er 28 hogepriesters. Ook als zij van hun ambt ontheven waren, bleven ze ‘Hogepriester’ of overpriester’. Zij zaten samen met Oudste|Oudsten en Schriftgeleerden in het Sanhedrin (Matt. 2:4; 16:21; Joh. 11:47; Hand. 23:14).