Hoop

Hebr. tiqwa, het betreffende werkwoord betekent eigenlijk: strak gespannen zijn, gespannen uitzien naar. Het is bv. in Ps. 56:7 en 119:95 in ongunstige zin gebruikt en vertaald met: loeren op. Goddelozen zien...

Heerschappij

Is zowel het regeren als het gebied, dat beheerst wordt (1 Kon. 9:19; 2 Kon. 20:13). Gods heerschappij wordt geprezen als een eeuwige, onbegrensde koningsmacht (Ps. 103:22; 145:13; Dan. 4:3). Jezus verkondigt...

Heffing

Het deel van de oogst of opbrengst, dat als offer voor de tempel wordt afgezonderd, speciaal voor priesters en Levieten (Num. 18:8 vv; Ez. 20:40), maar ook gave voor de inrichting van...

Heidenen

Vertaling van het Hebr. gojiém, dat meestal volkeren betekent, d.w.z. de andere naties buiten Israël, die de HEER niet kennen (Deut. 7:6; Neh. 5:8; Jer. 10:25). Het Griekse woord is ethné, dat...

Heil

Hebr. jesjoeah, hulp, verlossing. Mensen kunnen ‘heil’ brengen (1 Sam. 14:45; Jes. 62:1), meestal is de uitredding het werk van God (Ex. 14:13; Ps. 118:14 v; Jes. 12:2; 45:7 etc.). Het Griekse...

Heilig

Hebr. qadoosj, Gr. hagios. Alles wat sterk op God betrokken is, klaargemaakt is voor Zijn dienst en daarom onttrokken aan het gewone, profane gebruik of leven heet heilig (Ex. 29:33; Lev. 6:19...