Categorie: H woorden
-
Een tijdelijke verblijfplaats van takken en loof op het land waar gewaakt en geoogst moet worden (Gen. 33:17; Jes. 1:8; 4:6). Zo kan ook de woonplaats van God genoemd worden (Job. 36:29; Ps. 27:5) of de ontluisterde dynastie van David (Amos 9:11; Hand. 15:16). Tijdens het loofhuttenfeest, het oogstfeest, woont…
-
In het Hebreeuws vinden we op de plaatsen waar NBG dit werkwoord geeft: een vrouw nemen, of tot vrouw zijn voor iemand (Gen. 38:2; Num. 36:3; Deut. 22:13), of een vrouw in zijn huis inlijven (Jes. 62:5), of een vrouw bij zich doen wonen (Neh. 13:23).Bij het huwelijk liggen er…