Categorie: A woorden

  • Aanzitten

    Aanzitten wordt in verschillende andere Bijbelvertalingen als ‘aanliggen’ geschreven. Of de mensen in de tijd van het Oude en Nieuwe Testament nu gewend waren om aan tafel te liggen of te zitten, is uit de bijbel niet met zekerheid op te maken. Vergelijk Amos 6:4 en 1 Koningen 13:20.
    In beide gevallen wordt het gezamenlijk aan de maaltijd zitten, de maaltijd nuttigen bedoeld. Men zit aan aan de tafel of maaltijd. Waar alleen het werkwoord aanzitten (of aanliggen) gebruikt wordt, dient men dus in gedachten ‘om te eten en te drinken’ toe te voegen. (Matthéüs 9:10; Lukas 22:14, etc). Aanzitten (of aanliggen) met Abraham, Isaak en Jakob is dus samen met hen als broeders en zusters de tafelgemeenschap vieren (Matthéüs 8:11). Wie aanzit (of -ligt) is de gast, de vriend van de gastheer. Wie erbij staat, is de bediende (Lukas 22:27).


    Zoekterm

    Aanzit(ten)


    Vertalingen

    Engels: To sit at meat (KJV), to sit at table

    Duits: Zu Tische setzen

    Hebreeuws: סָבַב sâbab

    Grieks: κατάκειμαι katakeimai


    Betekenis

    van Dale

    1. Zitten aan of bij iets – (in ’t bijzonder) aan de dis, aan de maaltijd zitten
    ze zijn aangezeten, zij zitten aan (niet te beschouwen als de voltooid tegenwoordige tijd van aanzitten)

    2. er, ergens aanzitten – eraan komen, eraan raken

    Strong  (via The Word)

    H5437 סָבַב sâbab saw-bab’

    A primitive root; to revolve, surround or border; used in various applications, literally and figuratively: – bring, cast, fetch, lead, make, walk, X whirl, X round about, be about on every side, apply, avoid, beset (about), besiege, bring again, carry (about), change, cause to come about, X circuit, (fetch a) compass (about, round), drive, environ, X on every side, beset (close, come, compass, go, stand) round about, remove, return, set, sit down, turn (self) (about, aside, away, back).

    G2621 κατάκειμαι katakeimai kat-ak’-i-mahee

    From G2596 and G2749; to lie down, that is, (by implication) be sick; specifically to recline at a meal: – keep, lie, sit at meat (down).


    Typologie

    Geen duidelijke typologische betekenis bekend.


    Bijbelverzen

    Aanzit(ten) komt in bijbelverzen voor:

    (1 Samuel 16:11) Voorts zeide Samuel tot Isai: Zijn dit al de jongelingen? En hij zeide: De kleinste is nog overig, en zie, hij weidt de schapen. Samuel nu zeide tot Isai: Zend heen en laat hem halen; want wij zullen niet rondom aanzitten, totdat hij hier zal gekomen zijn.

    (1 Samuel 20:5) En David zeide tot Jonathan: Zie, morgen is de nieuwe maan, dat ik zekerlijk met den koning zou aanzitten om te eten; zo laat mij gaan, dat ik mij op het veld verberge tot aan den derden avond.

    (Matteüs 8:11) Doch Ik zeg u, dat velen zullen komen van oosten en westen en zullen met Abraham, en Izak, en Jakob, aanzitten in het Koninkrijk der hemelen;

    (Lucas 12:37) Zalig zijn die dienstknechten, welke de heer, als hij komt, zal wakende vinden. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij zich zal omgorden, en zal hen doen aanzitten, en bijkomende, zal hij hen dienen.

    (Lucas 13:29) En daar zullen er komen van Oosten en Westen, en van Noorden en Zuiden, en zullen aanzitten in het Koninkrijk Gods.

    (Lucas 14:10) Maar wanneer gij genood zult zijn, ga heen en zet u in de laatste plaats; opdat, wanneer hij komt, die u genood heeft, hij tot u zegge: Vriend, ga hoger op. Alsdan zal het u eer zijn voor degenen, die met u aanzitten.

    (1 Korintiërs 8:10) Want zo iemand u, die de kennis hebt, ziet in der afgoden tempel aanzitten, zal het geweten deszelven, die zwak is, niet gestijfd worden, om te eten de dingen, die den afgoden geofferd zijn?

    (Lucas 22:27) Want wie is meerder, die aanzit, of die dient? Is het niet die aanzit? Maar Ik ben in het midden van u, als een die dient.

  • Aardbeving

    Het volk Israël ervaart aardbevingen als manifestatie van de macht van de Schepper (Jesaja 29:6; Psalmen 104:5) en als een signaal van Zijn Verschijnen (Richteren 5:4; Psalmen 97:5 en verder; Psalmen 99:1 en verder). Aardbevingen kwamen in de Bijbelse landen sinds voorhistorische tijden al veelvuldig voor. Van de in het Oude Testament vermelde aardbevingen, schijnt de aardbeving die plaats had ten tijde van koning Uzzia (Zacharia 14:5), een zeer grote indruk te hebben gemaakt.

    In het Nieuwe Testament vinden we ze genoemd als begeleidende verschijnselen bij de kruisiging van Jezus (Mattheüs 27:54) en bij diens opstanding (Mattheüs 28:2). Paulus en Silas werden door een aardbeving bevrijd uit de gevangenis te Filippi (Handelingen 16:26).

    In de eindtijd zal de Dag des Heren met geweldige aardbevingen gepaard gaan. In Openbaring 6:12 lezen we van een grote aardbeving bij de opening van het zesde zegel. Bij de hemelvaart van de twee getuigen in Openbaring 11, blijkt eveneens een zeer sterke aardbeving plaats te vinden, waarbij een tiende deel van Jeruzalem wordt verwoest en zevenduizend mensen de dood vinden. Ook als Gogs legerscharen op de bergen van Israël zullen zijn samengestroomd, zal het land door een zware aardbeving geteisterd worden (Ezechiël 38:19).

    Verder vinden we nog toekomstige aardbevingen vermeld in Mattheüs 24:7; Markus 13:8; Lukas 21:11; Openbaring 8:5. De grootste nog te verwachten aardbeving – “zo groot als er geen geweest is sedert het bestaan der mensheid” – wordt voorspeld in Openbaring 16:18, waar de zevende schaal van de gramschap van God wordt uitgegoten over de aarde.

    Zoekterm

    Aardbeving(en)

    Synoniemen / Betekenis

    van Dale:

    1. Schokkende of trillende beweging, schudding van een gedeelte van de aardkorst door de werking van onderaardse krachten.

    • Haard van een aardbeving – synoniem: aardbevingshaard, hypocentrum
    • Centrum van een aardbeving – synoniem: epicentrum

    Strong:

    Hebreeuws: H7494
    Grieks: G4578

    Verdieping / Typologie

    Geen duidelijke typologische betekenis bekend.

    Bijbelverzen

    Aardbeving(en)(16)

    1 Koningen 19:11, 1 Koningen 19:12, Jesaja 29:6, Amos 1:1, Zacharia 14:5, Matthéüs 24:7, Matthéüs 27:54, Matthéüs 28:2, Markus 13:8, Lukas 21:11, Handelingen 16:26, Openbaring 6:12, Openbaring 8:5, Openbaring 11:13, Openbaring 11:19, Openbaring 16:18