Categorie: A namen

  • Arimathéa

    Plaatsnaam

    Betekenis: Verhevenheid – heuvel – hoogte

    Bijbelverzen:

    (Matthéüs 27:57) En als het avond geworden was, kwam een rijk man van Arimathéa, met name Jozef, die ook zelf een discipel van Jezus was.

    (Markus 15:43) Kwam Jozef, die van Arimathéa was, een eerlijk raadsheer, die ook zelf het Koninkrijk Gods was verwachtende, en zich verstoutende, ging hij in tot Pilatus, en begeerde het lichaam van Jezus.

    (Lukas 23:51) (Deze had niet mede bewilligd in hun raad en handel) van Arimathéa, een stad der Joden, en die ook zelf het Koninkrijk Gods verwachtte;

    (Johannes 19:38) En daarna Jozef van Arimathéa (die een discipel van Jezus was, maar bedekt om de vreze der Joden), bad Pilatus, dat hij mocht het lichaam van Jezus wegnemen; en Pilatus liet het toe. Hij dan ging en nam het lichaam van Jezus weg.

  • Aríël

    Eigennaam ♂ & Plaatsnaam & Naam van gedeelte van het altaar

    Betekenis: Leeuw van God – Stad van helden – haard van God

    Bijbelverzen:

    (Ezra 8:16) Zo zond ik tot Eliézer, tot Aríël, tot Semája, en tot Elnathan, en tot Jarib, en tot Elnathan, en tot Nathan, en tot Zachárja, en tot Mesullam, de hoofden; en tot Jójarib en tot Elnathan, de leraars;

    (Jesaja 29:1) Wee Aríël, Aríël! de stad, waarin David gelegerd heeft; doet jaar tot jaar; laat ze feestofferen slachten.

    (Jesaja 29:2) Evenwel zal Ik Aríël beangstigen, en er zal treuring en droefheid wezen, en die stad zal Mij gelijk Aríël zijn.

    (Jesaja 29:7) En gelijk de droom van een nachtgezicht is, alzo zal de veelheid aller heidenen zijn, die tegen Aríël strijden zullen; zelfs allen, die tegen haar en haar vestingen strijden, en haar beangstigen zullen.

    (Ezechiël 43:15) En de Harel vier ellen; en van den Aríël voorts opwaarts, de vier hoornen.

    (Ezechiël 43:16) De Aríël nu, twaalf ellen de lengte, met twaalf ellen breedte, vierkant aan zijn vier zijden.