Aríël


Eigennaam ♂ & Plaatsnaam & Naam van gedeelte van het altaar

Betekenis: Leeuw van God – Stad van helden – haard van God

Bijbelverzen:

(Ezra 8:16) Zo zond ik tot Eliézer, tot Aríël, tot Semája, en tot Elnathan, en tot Jarib, en tot Elnathan, en tot Nathan, en tot Zachárja, en tot Mesullam, de hoofden; en tot Jójarib en tot Elnathan, de leraars;

(Jesaja 29:1) Wee Aríël, Aríël! de stad, waarin David gelegerd heeft; doet jaar tot jaar; laat ze feestofferen slachten.

(Jesaja 29:2) Evenwel zal Ik Aríël beangstigen, en er zal treuring en droefheid wezen, en die stad zal Mij gelijk Aríël zijn.

(Jesaja 29:7) En gelijk de droom van een nachtgezicht is, alzo zal de veelheid aller heidenen zijn, die tegen Aríël strijden zullen; zelfs allen, die tegen haar en haar vestingen strijden, en haar beangstigen zullen.

(Ezechiël 43:15) En de Harel vier ellen; en van den Aríël voorts opwaarts, de vier hoornen.

(Ezechiël 43:16) De Aríël nu, twaalf ellen de lengte, met twaalf ellen breedte, vierkant aan zijn vier zijden.

Deel dit artikel op: