Categorie: A namen

  • Ater

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Gesloten – verlamde

    1. Een afstammeling van Hizkía, wiens familie met 98 personen, terugkeerde uit Babylon onder leiding van Zerubbabel.
    2. Het hoofd van een familie van Levitische poortwachters, die terugkeerde uit Babylon.
    3. Een van de belangrijkste Israëlieten die het heilige verbond met Nehemia ondertekende (Neh_10: 17).

    Bijbelverzen:

    (Ezra 2:16) De kinderen van Ater, van Hizkía, acht en negentig.

    (Ezra 2:42) De kinderen der poortiers. De kinderen van Sallum, de kinderen van Ater, de kinderen van Talmon, de kinderen van Akkub, de kinderen van Hatíta, de kinderen van Sobai; deze allen waren honderd negen en dertig.

    (Nehémia 7:21) De kinderen van Ater, van Hizkía, acht en negentig;

    (Nehémia 7:45) De poortiers: de kinderen van Sallum, de kinderen van Ater, de kinderen van Talmon, de kinderen van Akkub, de kinderen van Hatíta, de kinderen van Sobai, honderd acht en dertig;

    (Nehémia 10:17) Ater, Hizkía, Azzur,

  • Atarôth

    Plaatsnaam

    Betekenis: Kronen – diademen

    1. Een stad in het land Jáëzer en Gílead, ingenomen en “gebouwd” door Gad
    2. Een plaats op de grens van Efraïm en Manasse.

    Bijbelverzen:

    (Numeri 32:3) Atarôth, en Dibon, en Jáëzer, en Nimra, en Hesbon, en Eleále, en Schebam, en Nebo, en Behon;

    (Numeri 32:34) En de kinderen van Gad bouwden Dibon, en Atarôth, en Aroër,

    (Jozua 16:2) En het komt van Beth-El uit naar Luz; en het gaat door tot de landpale des Archiets, tot Atarôth toe;

    (Jozua 16:7) En komt af van Janóah naar Atarôth en Náharôth, en stoot aan Jericho, en gaat uit aan de Jordaan.