Categorie: A namen

  • Abítal

    Eigennaam

    Betekenis: Vader van de dauw – mijn vader is de dauw – vader van de schaduw

    Vrouw van David

    Bijbelverzen:

    (2 Samuël 3:4) En de vierde, Adónia, de zoon van Haggith; en de vijfde Sefátja, de zoon van Abítal;

    (1 Kronieken 3:3) De vijfde Sefátja, van Abítal; de zesde Jíthream, van zijn huisvrouw Egla.

  • Abisúa

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Vader van redding – vader van de voorspoed

    Bijbelverzen:

    (1 Kronieken 6:4) En Eleázar gewon Pínehas, Pínehas gewon Abisúa;

    (1 Kronieken 6:5) En Abisúa gewon Bukki, en Bukki gewon Uzzi;

    (1 Kronieken 6:50) Dit nu zijn de kinderen van Aäron: Eleázar, was zijn zoon; Pínehas zijn zoon; Abisúa zijn zoon;

    (1 Kronieken 8:4) En Abisúa, en Náäman, en Ahóah,

    (Ezra 7:5) Den zoon van Abisúa, den zoon van Pínehas, den zoon van Eleázar, den zoon van Aäron, den hoofdpriester.