Plaatsnaam
Betekenis: Overgang – overtocht – doortocht
Bijbelverzen:
(Numeri 33:34) En zij verreisden van Jotbátha, en legerden zich in Abróna.
(Numeri 33:35) En zij verreisden van Abróna, en legerden zich in Ezeon-Geber.
Plaatsnaam
Betekenis: Overgang – overtocht – doortocht
Bijbelverzen:
(Numeri 33:34) En zij verreisden van Jotbátha, en legerden zich in Abróna.
(Numeri 33:35) En zij verreisden van Abróna, en legerden zich in Ezeon-Geber.
Eigennaam ♂
Betekenis: Vader van de goedheid – Mijn vader is goed
Bijbelverzen:
(1 Kronieken 8:11) En uit Husim gewon hij Abítub en Elpáäl.