Is groot, langwerpig van vorm (Hebr. tsinna, grt. thureos = deur) of rond en dan kleiner (Hebr. mageen, Gr. apsis, SV: rondas), een belangrijk verdedigingsmiddel in de strijd (Richt. 5:8; 1 Sam....
Aar. Het woord dat de Efraïmieten als sibbólet uitspraken en daardoor kenbaar werden als vijanden der Gileadieten (Richt. 12:6). Het woord krijgt daardoor de betekenis van wachtwoord.
Van kleren, geschiedde als teken van rouw of ontsteltenis (Gen. 37:29; 2 Sam. 3:31; 13:19; 2 Kon. 11:14; Matt. 26:65). Welke voorstelling achter dit gebruik zit, moet maar geraden worden. Misschien moeten...
Een woord dat we in het o.t. niet vinden. Het n.t. spreekt over de schepping in het begin (Mark. 10:6; Rom. 1:20) en over de schepping als de (gegeven, bestaande en bedorven)...
Deze werkzaamheid wordt in de bijbel alleen aan God toegeschreven. Hij is het die op wonderbaarlijke wijze de hemel en de aarde, de dieren en de mens maakt (Gen. 1:1, 21, 27;...