Romeins keizer (14-37 n. Chr.) tijdens het optreden van Johannes de Doper (Luc. 3:1) en Jezus. Als de laatste zegt: geeft den keizer wat des keizers is, kan dus de naam van...
Aram. tweeling, Gr. Didymus, één der discipelen van Jezus (Joh. 11:16; 14:5) aan wien de HEER na Zijn opstanding verscheen om Zijn wonden te tonen (Joh. 20:24 w).
Zoon van Gomer en kleinzoon van Jafet (Gen. 10:3; 1 Kron. 1:6), stamvader van een Klein-Aziatisch volk dat bekend was door zijn paardenhandel (Ez. 27:14; vgl. 38:6).