Urim en Thummim

Een lotsorakel door middel waarvan men God raadpleegde (Ex. 28:30). Waarschijnlijk manipuleerde men met staafjes die de hogepriester in zijn borstzak meedroeg (Ex. 28:30; Lev. 8:8; vgl. Num.

Uria

Hebr. Urjahu = de HEER is licht. Een Hethiet, officier van David, slachtoffer in de affaire David-Batseba (2 Sam. 11:3 w; 23:39; 1 Kon. 15:5).

Ur

Assyrisch: stad. Plaats in z. Babylonië, waar Abraham werd geboren (Gen. 11:28; 15:7; Neh. 9:7), waarin een tempel stond van de maangod Sin.

Uitstrekken

Het uitstrekken van de hand is een term voor het in beweging brengen van de hand, tot handelen overgaan, hetzij met destructieve bedoelingen (Matt. 26:51), hetzij in positieve zin, om te genezen,...