Categorie: W woorden

  • Wapenrusting

    Bestond uit:

    • een leren of met metaal verstevigd pantser (Ex. 28:32; 1 Sam. 17:5; 1 Kon. 22:34; Ef. 6:14; Openb. 9:9),
    • een houten met leer bekleed schild, lang en rechthoekig of rond van vorm (2 Sam. 1:21; 1 Kron. 5:18; Ez. 39:9),
    • een helm, eerst leren, later koperen of ijzeren hoofdkap (1 Sam. 17:38; 2 Kron. 26:14; Ez. 38:5),
    • zwaard, een steek- en tweezijdig geslepen slagwapen (1 Sam. 31:4; Richt. 3:16; Openb. 2:12),
    • een speer, een werp- (1 Sam. 18:11; 20:33) of steekwapen (1 Sam. 26:8; Joh. 19:34).

    Over de wapenrustig van God lezen we in Jes. 59:17. Zijn wapens zijn: gerechtigheid, redding, wraak, ijver. Zijn dienaren strijden met behulp van: waarheid, gerechtigheid, bereidwilligheid, het geloof, hulpvaardigheid, het woord van God (Ef. 6:14 w; vgl. 2 Kor. 6:7; 1 Tess. 5:8 – geloof, hoop, liefde).

  • Wasti

    Perzisch: de begeerde, de door koning Ahasveros verstoten echtgenote (Est. 1:lt; 2:1,4, 17).

  • Water

    Hebr. majjiem (majem), Gr. hudoor, oerelement van de schepping (Gen. 1:2; Openb. 14:7) is de levenwekkende óf de doodbrengende materie, het zoete bron- en regenwater of het voor de mens ondrinkbare, zoute en gevaarlijke zeewater, de gevaarlijke ‘diepte’ of ook de bandjir-rende wadi, die mensen, huizen, kudden meesleurt (Richt. 5:20; 2 Sam. 5:20; Ps. 69:2; Jes. 28:2, 17; Matt. 7:24-27; 8:24 w; 2Kor. 11:26 v). Maar voor het land is de levenwekkende regen en het verkwikkende water uit de diepte de bestaansvoorwaarde (Gen. 13:10; 26:19, 32; Deut. 8:7; Ps. 105:41; Joh. 7:38). Het water reinigt en brengt leven (Matt. 3:11; Joh. 3:5; Ef. 5:26; 1 Petr. 3:20). Levend water is stromend water.
    De zegen van de Geest of het woord van God worden vaak een Bron van Heil genoemd, heilzame regen (Ps. 36:9 v; 87:7; Jes. 12:3; 32:15; 55:10;
    Joh. 7:37 v; Openb. 21:6).

  • Wedergeboorte

    Gr. palingenesina, nieuw ontstaan, vernieuwing, is de doop (Tit. 3:5) en de opstanding (Matt. 19:28). Deze opwekking is voor Petrus een leven met hoop (vanwege de opstanding van de Christus), een verwekking door het onvergankelijke zaad, het goddelijke Woord (1 Petr. 1:3, 23; vgl. 1 Joh. 3:9). Jezus spreekt van een geboorte van boven af uit de Geest (Joh. 3:3 w).

  • Wederkomst

    Van de Christus. In het Evangelie wordt niet van een wederkomst of tweede komst van Jezus gesproken, alleen van een terugkomen nadat Hij is heengegaan (Joh. 14:3) en van een komen zoals Hij is weggegaan (Hand. 1:11).
    Het spreken over een wederkomst hangt derhalve samen met het geloof in de vleeswording van het Woord, de (le) komst van de eeuwige Logos in deze wereld, in nederigheid (Joh. 1:14; 8:42). Bij Zijn komst in heerlijkheid (Matt. 24:30) zal de Zoon des mensen oordelen (2 Tim. 4:1), de doden opwekken, en Zijn koningschap aan de Vader overdragen. Dan zal God alles in allen zijn (1 Kor. 15:23-28).

  • Weduwe

    Met de wees en de vreemdeling in het bijzonder in de zorg van de mensen aanbevolen (Ex. 22:22; Deut. 24:17). Zij is, als zij niet door een zwagerhuwelijk een beschermde positie kan verkrijgen (Deut. 25:5 w), al spoedig hulpeloos en armlastig en een gemakkelijke prooi voor uitbuiters en afpersers (Jer. 7:6; 22:3; Ez. 22:7; Mare. 12:40; Luc. 18:3 w). Maar God wil haar helpen (Deut. 10:18; Ps. 68:6). In de oudchr. gemeente wordt het diakenambt ingesteld om de Griekssprekende weduwen te ondersteunen (Hand. 6:1; vgl. Jak. 1:27). 1 Tim. 5:1 w doet veronderstellen dat gelovige weduwen een bepaalde taak in de gemeente hadden. Hiervoor worden enkele raadgevingen verstrekt.

  • Weerhouden

    In 2 Tess. 2:6, 7 aanduiding van de macht die antichristelijke krachten, de wetteloosheid, neerhoudt, tegenhoudt. Bij de verklaring hiervan is gewezen op de positieve betekenis van de Romeinse staat of op een engelmacht zoals bijv. Michaël (Dan. 10:13; 12:1). Het meest plausibel is de toelichting die spreekt over de gunstige invloed van de evangelieverkondiging onder de volken, de kerstenende krachten ervan (Matt. 28:18; Hand. 1:7; vgl. Rom. 11:13). De antichrist komt wanneer de 2 getuigen (een ‘Mozes’ en ‘Elia’? vgl. Matt. 17:3), de weerhouders, hun getuigenis voltooid zullen hebben (Openb. 11:7).