Mijn deel (is de HEER), koning van Israël (878-871, 1 Kon. 16:1628). Hij was de vader van een dynastie in Israël (AchabAhazia-Joram) die door Jehu werd afgebroken (2 Kon. 10).
Hebr. matseeba = opgerichte steen, een vierzijdige, spits toelopende zuil, ter ere van góden in Egypte opgericht. In On (= Heliopolis) staat nog één obelisk van 19 m hoog (Jer. 43:13).
Een werkwoord dat verschillende malen gebruikt wordt om te zeggen dat God aan de mensen gedacht heeft, zich naar Zijn volk heeft toegekeerd en ervoor heeft gezorgd (Ruth 1:6; Ps. 8:5; Ez....
Krachtig, 2e zoon van Juda, die een zwagerhuwelijk met de weduwe van zijn broer Er moet sluiten, maar geen kind van haar wil hebben. Daarom verspilde hij zijn zaad op de grond...
Zwelling, bult, een deel van de z.o. heuvel van Jeruzalem aan de voet waarvan de Gichon- of Mariabron ontspringt (2 Kron. 27:3; Jes. 32:14; Micha 4:8).