Categorie: N woorden

  • Nehemia

    Hebr. Nechemja = Hij heeft getroost, aanzienlijk hofbeambte van de Perzische koning, na terugkeer in het Land (445 v. Chr.), leider van de wederopbouw van Jeruzalem (Neh. 1:1 w). In 433 v. Chr. vertrok hij naar Perzië om later voor een 2e periode als stadhouder in Jeruzalem te regeren (13:6 w).

  • Nek

    Als mensen hun nek ‘verharden’ tonen zij zich het tegendeel van buigzaam en volgzaam, de hardnekkigen (Neh. 9:16, 17, 29; Spr. 29:1; Jer. 17:23). Ook de uitdrukking ‘iemand de nek toekeren’ (en niet het gezicht) is van bijbelse herkomst (Jer. 2:27; 18:17; 32:33). Wie zijn voet op de nek van zijn vijand kan zetten, is een duidelijke overwinnaar (Joz. 10:24; vgl. Ps. 110:1).