Categorie: G woorden

  • Gersom

    Een vreemdeling (bijwoner) daar, oudste zoon van Mozes (Ex. 2:22; 18:3; Hand. 7:29).

  • Gerson

    Verbanning, zoon van Levi, stamvader van de Gersonieten, aan wie bepaalde werkzaamheden in de tabernakel waren toegewezen (Gen. 46:11; Ex. 6:16v; Num 3:23-26).