Categorie: Bijbelse Namen

  • Hinnom (zoon van)

    Naam van een dal

    Betekenis: Geklaag – geween

    Dal van de zoon van Hinnom, z.w. van Jeruzalem, een voortzetting van het Kidron-dal. In dit dal was de offerplaats van kinderen, het Tofet . De Hebreeuwse naam ge-Hinnom wordt Gehenna, oftewel hel.

    Bijbelverzen:

    Jozua 15:8 – Jozua 18:16 – 2 Koningen 23:10 – 2 Kronieken 28:3 – 2 Kronieken 33:6 – Nehémia 11:30 – Jeremía 7:31 – Jeremía 7:32 – Jeremía 19:2 – Jeremía 19:6 – Jeremía 32:35

  • Basan

    Naam van een gebied

    Betekenis: Vruchtbaar – rijke bodem

    Een stuk hoogvlakte in het Overjordaanse, ten oosten van de Zee van Tiberias, bekend om zijn vruchtbaarheid en spreekwoordelijk vette koeien. Het gebied werd door David ingelijfd bij Israël. De hoofdstad was Ramoth in Gílead.

    Bijbelverzen:

    Numeri 21:33 – 1 Koningen 4:13 – 1 Koningen 4:19 – 2 Koningen 10:33 – 1 Kronieken 5:11 – 1 Kronieken 5:12 – 1 Kronieken 5:16 – 1 Kronieken 5:23 – 1 Kronieken 6:62 – 1 Kronieken 6:71 – Nehémia 9:22 – Psalmen 22:12 – Psalmen 68:15 – Psalmen 68:22 – Psalmen 135:11 – Psalmen 136:20 – Jesaja 2:13 – Jesaja 33:9 – Jeremía 22:20 – Jeremía 50:19 – Ezechiël 27:6 – Ezechiël 39:18 – Amos 4:1 – Micha 7:14 – Nahum 1:4 – Zacharia 11:2