Categorie: B namen

  • Beër-Séba

    Plaatsnaam

    Betekenis: Bron van een eed – Bron van zeven – zevende bron

    Een put gegraven door Abraham, en zo genoemd omdat hij en Abimélech hier een overeenkomst aangingen. Toen hij het opnieuw opende, gaf Isaac het dezelfde naam. Zie ook Ber-Séba

    Bijbelverzen:

    (Jozua 15:28) En Hazar-Sual, en Beër-Séba, en Biz-Jótheja,

    (Jozua 19:2) En zij hadden in hun erfdeel: Beër-Séba, en Séba, en Mólada,

  • Beërôth

    Plaatsnaam

    Betekenis: Bronnen – putten

    Eén van de vier steden van de Hevieten die Jozua misleid hadden tot een vredesverdrag met hen.

    Bijbelverzen:

    (Jozua 9:17) Want toen de kinderen Israëls voorttogen, zo kwamen zij ten derden dage aan hun steden; hun steden nu waren Gíbeon, en Chefíra, en Beërôth, en Kirjath-Jeárim.

    (Jozua 18:25) Gíbeon, en Rama, en Beërôth,

    (2 Samuël 4:2) En Sauls zoon had twee mannen, oversten van benden; de naam des enen was Baëna, en de naam des anderen Rechab, zonen van Rimmon, den Beërothiet, van de kinderen van Benjamin; want ook Beërôth werd aan Benjamin gerekend.

    (Ezra 2:25) De kinderen van Kirjath-Arim, Cefíra en Beërôth, zevenhonderd drie en veertig.

    (Nehémia 7:29) De mannen van Kirjath-Jeárim, Cefíra en Beërôth, zevenhonderd drie en veertig;