Categorie: A namen

  • Abísai

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Vader van de giften – mijn vader is een gift – het cadeau van mijn vader

    Bijbelverzen:
    (1 Samuël 26:6), (1 Samuël 26:7), (1 Samuël 26:8), (1 Samuël 26:9), (2 Samuël 2:18), (2 Samuël 2:24), (2 Samuël 3:30), (2 Samuël 10:10), (2 Samuël 10:14), (2 Samuël 16:9), (2 Samuël 16:11), (2 Samuël 18:2), (2 Samuël 18:5), (2 Samuël 18:12), (2 Samuël 19:21), (2 Samuël 20:6), (2 Samuël 20:10), (2 Samuël 21:17), (2 Samuël 23:18), (1 Kronieken 2:16), (1 Kronieken 11:20), (1 Kronieken 18:12), (1 Kronieken 19:11), (1 Kronieken 19:15).

  • Abísag

    Eigennaam ♂

    Betekenis: Onwetendheid van de vader – vader van de dwaling – vader van de onwetendheid

    Bijbelverzen:

    (1 Koningen 1:3) Zo zochten zij een schone jonge dochter in alle landpalen van Israël; en zij vonden Abísag, een Sunamietische, en brachten ze tot den koning.

    (1 Koningen 1:15) En Bathséba ging in tot den koning in de binnenkamer; doch de koning was zeer oud, en Abísag, de Sunamietische, diende den koning.

    (1 Koningen 2:17) En hij zeide: Spreek toch tot den koning Sálomo, want hij zal uw aangezicht niet afwijzen, dat hij mij Abísag, de Sunamietische, ter vrouwe geve.

    (1 Koningen 2:21) En zij zeide: Laat Abísag, de Sunamietische, aan Adónia, uw broeder, ter vrouwe gegeven worden.

    (1 Koningen 2:22) Toen antwoordde de koning Sálomo, en zeide tot zijn moeder: En waarom begeert gij Abísag, de Sunamietische, voor Adónia? Begeer ook voor hem het koninkrijk (want hij is mijn broeder, die ouder is dan ik ben), ja, voor hem, en voor Abjathar, den priester, en voor Joab, den zoon van Zerúja.