Akker


De veelvuldige vermelding van dit woord wijst erop dat Israël niet alleen een volk van veehouders, maar ook van landbouwers was. De boer moet hard zwoegen om van zijn akker te kunnen leven (Genesis 3:17, vgl. Habakuk 3:17). Ook de gelijkenis van de zaaier herinnert hier aan (Matthéüs 13:1-9).
In het sabbatsjaar mocht de akker niet ingezaaid worden; het land moest eens in de 7 jaar rust hebben (Leviticus 25:3). In het 50e jaar, het jubeljaar, zal de akker, die in andere handen is overgegaan, teruggegeven worden aan de oorspronkelijke eigenaar (Leviticus 27:24).
Zij die op slinkse wijze grenspalen verzetten of door uitbuiting grootgrondbezitter worden, ‘akker aan akker trekken’, worden aangeklaagd (Micha 2:2; Spreuken 23:10). De geschiedenis van de akker van Nabot, de Jizreëliet, is hiervan ook een illustratie (1 Koningen 21:2; 2 Koningen 9:21-26).
In de gelijkenis van het zaad is de akker beeld van de wereld (Matthéüs 13:38) en Paulus ziet de gemeente als Gods akkerwerk (1 Korinthe 3:9).


Zoekterm

Akker, akkers, akkerwerk


Vertalingen

Engels: field

Duits: Acker, Felde

Hebreeuws: שָׂדֶה

Grieks: ἀγρός


Betekenis

van Dale
(de; m; meervoud: akkers) stuk bouwland

Strong  (via The Word)
H7704 שָׂדֶה sadeh (saw-deh’) n-m.
שָׂדַי saday (saw-dah’-ee)
a field (as flat).
[from an unused root meaning to spread out]
KJV: country, field, ground, land, soil, X wild.

G68 ἀγρός agros (a-gros’) n.
1. a field (as a drive for cattle).
2. (genitive case) the country.
3. (specially) a farm, i.e. hamlet.
[from G71]
KJV: country, farm, piece of ground, land
Root(s): G71


Typologie

Geen duidelijke typologische betekenis bekend.


Verdieping

Geen Gegevens


Bijbelverzen

Het woord akker komt in 61 Bijbelverzen voor, akkers in 33 verzen en akkerwerk in 2 verzen.

Deel dit artikel op: