De ander opzettelijk misleiden, ten eigen voordele. Het bedrog is uitdrukkelijk verboden (Lev. 19:11; Ps. 34:14; 1 Petr. 2:1; 3:10). In het bijzonder een bedriegelijke weegschaal is voor God een gruwel (Spr....
Het zijn vooral de lammen en de blinden, die moeten bedelen. Zij worden samen genoemd (Luc. 14:13-21) Bar-timeüs de blinde bedelaar (Mare. 10:46). De bedelende Lazarus is overdekt met zweren (Luc. 16:20)....
Het bedekken van naaktheid heeft met schaamte, schroom te maken (Gen. 9:23; Ex. 28:42; Ez. 16:8; Hos. 2:8). Maar wie beschaamd is, bedekt ook zijn hoofd (Jer. 14:3; vgl. Ps. 44; 16)....
Een naam voor de tempel, door Jezus in navolging van Jesaja gebruikt wanneer Hij uit het heiligdom de wisselaars en kooplieden verwijdert (Jes. 56:7; Matt. 21:13).
Het ‘bed’ was een matras of slaapmat (1 Sam. 19:15; Jes. 28:20; Luc. 11:7). In het bijzonder de rijken kenden (waarschijnlijk vanuit Egypte) de rustbank, een meubel met vier poten (vgl. Gen....