Hebr. debier, achterzaal, het meest op de dienst van God geconcentreerde deel van tabernakel en tempel. Het allerheiligste van deze beide heiligdommen had een kubusvorm (resp. 10 en 20 el lang, breed...
Hebr. qadoosj, Gr. hagios. Alles wat sterk op God betrokken is, klaargemaakt is voor Zijn dienst en daarom onttrokken aan het gewone, profane gebruik of leven heet heilig (Ex. 29:33; Lev. 6:19...
Hebr. jesjoeah, hulp, verlossing. Mensen kunnen ‘heil’ brengen (1 Sam. 14:45; Jes. 62:1), meestal is de uitredding het werk van God (Ex. 14:13; Ps. 118:14 v; Jes. 12:2; 45:7 etc.). Het Griekse...
Vertaling van het Hebr. gojiém, dat meestal volkeren betekent, d.w.z. de andere naties buiten Israël, die de HEER niet kennen (Deut. 7:6; Neh. 5:8; Jer. 10:25). Het Griekse woord is ethné, dat...
Het deel van de oogst of opbrengst, dat als offer voor de tempel wordt afgezonderd, speciaal voor priesters en Levieten (Num. 18:8 vv; Ez. 20:40), maar ook gave voor de inrichting van...
Is zowel het regeren als het gebied, dat beheerst wordt (1 Kon. 9:19; 2 Kon. 20:13). Gods heerschappij wordt geprezen als een eeuwige, onbegrensde koningsmacht (Ps. 103:22; 145:13; Dan. 4:3). Jezus verkondigt...