Hebr. tsoophee, uitkijk of sjomeer, Gr. phylax, die waakt op de stadsmuur (2Kon. 9:17; Ps. 127:1; Jes. 21:11; Ex. 33:2-6) in de nachtelijke straten (Hoogl. 3:3), in de schuilhut van de wijngaard...
Is vnl. een vertaling van het Hebr. ‘émét, dat bestendigheid, zekerheid, duurzaamheid betekent, en ’emoenaa, vastigheid, betrouwbaarheid, trouw. Het Gr. alétheia is letterlijk: wat niet verborgen is. Het bijbels begrip waarheid wordt...
Een benaming van Jeruzalem (Jes, 29:1, 2, 7) met het oog op het brandofferaltaar in de tempel (Liie. 6:9; Ez. 43:15, 16). De naam suggereert een brandende stad (Jes. 29:6).
De wederhelft van de man (Gen. 1:27; 2:18 w), ondergeschikt aan en afhankelijk van haar echtgenoot (Ef. 5:23; Matt. 18:25; vgl. Deut. 22:13 w). Toch zijn er veel vrouwen die een belangrijke...