Zalven, Hebr. maasjach, Gr. aleiphoo of chrioo, geschiedde met Olie of zalf, en betekende niet alleen een feestelijk, geurig gebaar (Ps. 92:11; Am. 6:6; vgl. 2 Sam. 14:2; Matt. 6:17) of een...
Zangkoren in en buiten de tempel laten zich horen (Neh. 12:28 w; 1 Kron. 15:16 w). Zangers en zangeressen hoorden bij het paleispersoneel (2 Sam. 19:35; Pred. 2:8). Bepaalde families van de...
Woning, zoon van Jakob en Lea (Gen. 30:19 v; 46:14; Ex. 1:3), een stam in het n. van Israël aan de kust (Gen. 49:13; Deut. 33:18 v). Deze speelde een belangrijke rol...
Is in de bijbel de Middellandse Zee (Deut. 11:24; Ez. 48:28), de Zoutzee (de Dode Zee, Gen. 14:3; Deut. 3:17), de Zee van Tiberias (Matt. 4:13) of de Schelfzee (Ex. 15:4). Maar...
In de bijbel vooral de zegelring (Gen. 41:42; Jer. 22:24; Luc. 15:22), aan een kettinkje om de hals, op het hart gedragen (Gen. 38:18; Hoogl. 8:6). De afdruk van de ingegraveerde naam...